3
Instelling bediening
3.1 Gebruiksaanwijzing voor het bedieningspaneel
Bedieningsinterface
1. Timertoets
2. Keuzetoets ventilatorsnelheid
3. Toets omhoog
4. Weergavevenster
1. Als het apparaat voor de eerste keer wordt ingeschakeld, dan speelt de zoemer de muziek voor het
inschakelen, waarna het apparaat in de modus stand-by schakelt.
2. Aan-/uittoets: druk op deze toets om het apparaat in- en uit te schakelen. Als het apparaat is
ingeschakeld, druk dan op deze toets om het uit te schakelen; als het apparaat is uitgeschakeld,
druk dan op deze toets om het in te schakelen.
3. Moduskeuzetoets: Als het apparaat is ingeschakeld, druk dan op deze toets om te wisselen
tussen de modi cooling (koelen) dehumidifying (ontvochtigen) en fan (ventilator).
4. Toetsen omhoog en omlaag: druk op deze toetsen voor het wijzigen van de instelling
temperatuur of tijd. Ga hiervoor als volgt te werk:
Druk tijdens het instellen van de temperatuur op de toets omhoog of omlaag om de vereiste
temperatuur te selecteren (niet beschikbaar in de modi fan (ventilator) of dehumidifying
(ontvochtigen)).
Druk tijdens het instellen van de tijd op de toets omhoog of omlaag om de vereiste tijd te
selecteren.
102 / 160 NL
5. Toets omlaag
6. Moduskeuzetoets
7. Toets Slaap
8. Toets aan-/uittoets
Mobiele airconditioner / Gebruikershandleiding