Om 1:00 AM, 2:00 AM en 3:00 AM synchroniseert de klok automatisch met het
DCF-signaal om eventuele tijdafwijkingen te corrigeren. Als de synchronisatie
mislukt, zal het systeem het op het volgende volledige uur opnieuw proberen
en dit automatisch tot 5 keer herhalen.
Om het zoeken naar het radiosignaal tijdens RC-ontvangst te stoppen, drukt u
eenmaal op de knop «[
]».
Ter info:
• We raden aan het product op minstens 2,5 meter (8,2 voet) afstand te
plaatsen van storingsbronnen, zoals televisies, computermonitoren of
schakelende voedingsadapters.
• De radio-ontvangst kan zwakker zijn in ruimtes met betonnen muren (bi-
jvoorbeeld kelders) en kantoren. Voor een betere ontvangst plaatst u het
systeem dicht bij een raam.
• Tijdens RC-ontvangst zijn alleen de knoppen «Licht/Snooze» en «[
functioneel; andere knoppen zijn uitgeschakeld. Om andere functies uit te
voeren, drukt u op de knop «[
6 | Handmatige tijdinstelling
Houd de knop «[
]» gedurende 2 seconden ingedrukt, de «
indicator zal knipperen. Gebruik de lnoppen «[ + ]» en «[ - ]» om de radiobes-
turing in of uit te schakelen.
Druk op de knop «[
]» om de instelling te bevestigen en naar het volgende
item te gaan. De volgorde van de instellingsitems is als volgt:
RCC AAN/UIT -> zomertijd AAN/UIT -> tijdzone -> 12/24HR -> uur -> minuut ->
datumformaat (D/M of M/D) -> jaar -> maand -> datum -> temperatuureen-
heid (°C/°F) -> taal van de week -> drukeenheid (hPa/mb of inHg) -> huidige
standaard luchtdruk -> huidig weer.
Houd bij het aanpassen van waarden de toets «[ + ]» of «[ - ] ingedrukt voor
snelle aanpassingen.
Druk op de knop «[
]» om het laatste item te bevestigen en terug te keren
naar de normale modus.
40
]» om de RC-ontvangstmodus te verlaten.
ON/OFF »
Als je de 12-uursnotatie selecteert, geeft «PM» post meridiem aan.
Ter info:
Als er binnen 20 seconden geen geldige handeling wordt uitgevoerd,
keert het apparaat automatisch terug naar de normale tijdmodus vanuit
de ingestelde modus.
7 | Dagelijkse alarmen instellen
Druk op de knop «[
]» om Alarm1 en Alarm2 AAN of UIT te zetten; het «[
symbool geeft aan dat ALARM1 AAN staat, «[
ALARM2 AAN staat, terwijl de afwezigheid van deze symbolen betekent dat het
corresponderende alarm UIT staat.
Druk eenmaal op de knop «[
]»
druk er nogmaals op om de Alarm2-tijd (5 seconden) weer te geven en keer dan
terug naar de huidige tijdweergave.
Om de Alarm1 tijd in te stellen, houdt u de knop «[
het uur begint te knipperen. Gebruik de «[ + ]» of «[ - ]» om het gewenste uur in te
stellen.
Druk op de knop «[
]» om de instelling te bevestigen en naar het volgende
item te gaan: Uur van Alarm1 -> Minuut van Alarm1 -> Herhaalperiode van Alarm1 ->
Sluimertijd van Alarm1.
Gebruik voor de herhalingsperiode de volgende codes: M-F (maandag tot vrijdag),
S-S (zaterdag tot zondag), M-F S-S (maandag tot zondag).
De sluimertijd kan worden ingesteld van 1 tot 30 minuten of worden uitgeschakeld
door «OFF» te selecteren
Dezelfde methode kan worden toegepast om Alarm2 tijd in te stellen.
Ter info:
• Als er binnen 20 seconden geen geldige bediening plaatsvindt, keert
het apparaat automatisch terug naar de normale tijdmodus vanuit
de instelmodus voor de alarmtijd.
Ref. 3044 - Installatie en gebruikershandleiding
]» symbool geeft aan dat
]» om de Alarm1-tijd (5 seconden) weer te geven,
]» 2 seconden ingedrukt tot
NL
]»
41