5.2 Bedieningspaneel
Via het bedieningsveld kunt u alle
functies van uw apparaat instellen en
informatie krijgen over de gebruiks-
toestand.
→ Fig.
2
(koelvak) schakelt Super-
1
koelen in of uit.
/
(koelvak) stelt de tempe-
2
ratuur van het koelvak in.
Toont de ingestelde tempera-
3
tuur van het koelvak in °C.
schakelt de vakantiemo-
4
dus in of uit.
brandt als het apparaat
5
in werking is.
schakelt het waarschu-
6
wingssignaal uit.
/
(vriesvak) stelt de tem-
7
peratuur van het vriesvak in.
Toont de ingestelde tempera-
8
tuur van het vriesvak in °C.
(vriesvak) schakelt Su-
9
pervriezen in of uit.
schakelt het apparaat in of
10
uit.
Uitrusting
6 Uitrusting
De uitrusting van uw apparaat is mo-
Uitrusting
delafhankelijk.
6.1 Legplateau
Om de schappen naar wens te varië-
ren, kunt u het schap uitnemen en op
een andere positie weer plaatsen.
→ "Plateau verwijderen", Pagina 115
6.2 Variabel legplateau
Gebruik het variabel legplateau al-
leen om op het daaronder liggende
plateau hoge te koelen producten te
bewaren, bijv. kannen of flessen.
U kunt het voorste deel van het varia-
bele legplateau uittrekken en onder
het achterste deel van het variabele
legplateau schuiven.
→ Fig.
3
6.3 Uittrekbaar legplateau
Om een beter overzicht te krijgen en
levensmiddelen sneller te kunnen uit-
nemen, trekt u het uittrekbare legpla-
teau er uit.
6.4 Flessenrek
Bewaar flessen veilig op het flessen-
rek.
→ Fig.
4
Om het flessenrek naar wens te vari-
ëren, kunt u het flessenrek verwijde-
ren en op een andere plaats weer te-
rugzetten.
→ "Plateau verwijderen", Pagina 115
Uitrusting nl
105