BEDRADINGSSCHEMA
C
ALGEMEEN
TIJDENS GEBRUIK
•
Raak de ventilator nooit aan wanneer deze in werking is, om ernstige letsels te vermijden.
•
Houd de warmtepomp buiten bereik van kinderen om ernstige letsels te vermijden, als gevolg van de
schoepen van de ventilator.
•
Start de apparatuur nooit als er geen water in het zwembad is of de circulatiepomp is gestopt.
•
Controleer elke maand het waterdebiet en reinig het filter indien nodig.
TIJDENS REINIGING
•
Schakel de elektrische voeding van de apparatuur uit.
•
Sluit de in- en uitlaatkleppen van het water.
•
Plaats niets in de lucht- of waterinlaten of uitlaten.
•
Spoel de apparatuur niet met water.
WATERBEHANDELING
Warmtepompen voor zwembaden kunnen worden gebruikt met alle types van waterbehandelingssyste-
men.Het is echter cruciaal dat het behandelingssysteem (chloor, pH, broom en/of doseerpompen voor een
chlorinator met zout) na de warmtepomp is geïnstalleerd in het hydraulische circuit.
De pH van het water moet tussen 6,9 en 8,0 worden gehouden om aantasting van de warmtepomp te
vermijden.
De warmtepomp is erg eenvoudig te installeren, alleen het water en de voeding moeten worden aang-
esloten tijdens de installatie.
72