De motor starten
1. Zorg dat het aandrijfsysteem ingeschakeld is, zie
en uitschakelen van het aandrijfsysteem op pagina
79 .
2. Zet het maaidek omhoog en schakel de parkeerrem
in.
3. Draai de contactsleutel naar de startstand.
4. Laat, zodra de motor aanslaat, de contactsleutel
meteen los naar de neutraalstand.
Let op: Bedien de startmotor niet langer dan 5
seconden per keer. Als de motor niet start, wacht
dan 15 seconden voordat u het opnieuw probeert.
80
In-
2
1
5. Draai de sleutel in de stand 'verlichting' om de
koplampen in te schakelen.
6. Laat de motor 3-5 minuten draaien met halfgas (B)
voordat u de motor bij zware belasting gebruikt.
7. Duw de gashendel in de stand vol gas (C).
A
Let op: Het inschakelen van de maaimessen terwijl de
motor met volle snelheid draait, veroorzaakt spanning
op de aandrijfriemen. Gebruik pas vol gas wanneer het
maaidek omlaag is gezet in de maaistand.
Het product gebruiken
1. Start de motor.
2. Trap het parkeerrempedaal in en laat deze
vervolgens los om de parkeerrem uit te schakelen.
B
C
854 - 003 - 14.11.2018