▶ Vocht, water of andere vloeistoffen niet in de contactdozen
of stekkeraansluitingen kunnen binnendringen.
▶ Het laadsysteem of de laadkoppeling nooit wordt onderge-
dompeld in water of andere vloeistoffen.
▶ De laadkoppeling niet losgekoppeld is van het voertuig tij-
dens het laadproces.
H Actieve medische hulpmiddelen
Deze informatie is relevant voor gebruikers met actieve medi-
sche hulpmiddelen.
Pacemakers, hersenpacemakers, implanteerbare cardiover-
ter-defibrillatoren en insulinepompen zijn voorbeelden van ac-
tieve medische hulpmiddelen.
Buderus laadinstallaties die volgens de voorschriften worden
gebruikt, voldoen aan de Europese richtlijn (2014/30/EU) in-
zake elektromagnetische compatibiliteit met betrekking tot
storingsstraling in industriële sectoren.
Indien gebruikers met actieve medische hulpmiddelen activi-
teiten willen uitvoeren aan laadsystemen en hun uitrusting in
normaal bedrijf is en het beoogde doel wordt gevolgd, kan Bu-
derus geen uitspraken doen over de geschiktheid van dergelij-
ke actieve medische hulpmiddelen. Buderus kan de
betreffende actieve medische hulpmiddelen niet beoordelen
op hun gevoeligheid voor elektromagnetische instraling. Dit
kan alleen worden gedaan door de fabrikant van de actieve me-
dische hulpmiddelen. Uitrusting kan onder andere bestaan uit
schakelkasten met toegang via RFID-lezers en displays. Daar-
om raadt Buderus de betreffende gebruikers aan alleen aan de
laadsystemen te werken na overleg met de fabrikant van het ac-
tieve medische hulpmiddel en de verantwoordelijke verzeke-
ringsmaatschappij. Zorg er in ieder geval altijd voor dat er geen
risico's voor de gezondheid of de veiligheid zijn.
VOORZICHTIG
Gebruikers met actieve medische hulpmiddelen mogen niet
aan de laadsystemen en hun uitrusting werken om bijvoorbeeld
onderhoud uit te voeren of storingen te verhelpen.
Logavolt – 6721850005 (2022/04)
Toelichting bij de symbolen en veiligheidsvoorschriften
H Veilige werking van het laadsysteem
Voordat de laadkoppeling in het voertuig wordt gestoken:
▶ Zorg ervoor dat de aansluitkabel van het laadsysteem volle-
dig is afgewikkeld.
▶ Controleer of de behuizing van het laadsysteem, de aansl-
uitkabel, de laadkoppeling en de aansluitingen onbescha-
digd zijn.
▶ Let erop dat u de stekkeraansluiting van het laadsysteem
alleen bij de laadkoppeling vasthoudt en niet bij de laadka-
bel.
▶ Zorg ervoor dat er geen struikelgevaar is (bijv. door een los-
se laadkabel).
Tijdens het laadproces:
▶ Zorg ervoor dat onbevoegden uit de buurt van de oplaadsy-
stemen blijven.
▶ Reinig of was het voertuig niet met een hogedrukreiniger
terwijl het laadsysteem is aangesloten, aangezien de steek-
verbinder niet onder druk staat.
In geval van storing of uitval van het laadsysteem:
▶ Zorg ervoor dat het laadsysteem wordt losgekoppeld van
de stroomvoorziening door de betreffende aardlekschake-
laar in de elektriciteitskast van het gebouw uit te schakelen.
Breng een bordje aan met de naam van de persoon die be-
voegd is om de aardlekschakelaar weer in te schakelen.
▶ Breng onmiddellijk een gekwalificeerde elektro-installateur
op de hoogte.
Wanneer u met elektrische uitrusting werkt:
▶ Zorg ervoor dat de behuizing van het laadsysteem te allen
tijde gesloten blijft.
H Veiligheid van huishoudelijke en soortgelijke elektri-
sche apparaten
Ter voorkoming van gevaar door elektrische apparatuur gelden
conform EN 60335-1 de volgende instructies:
"Dit toestel kan door kinderen vanaf 8 jaar en ouder en door
personen met verminderde fysische, sensorische of mentale
capaciteiten of gebrek aan ervaring en kennis worden gebruikt,
wanneer deze onder toezicht staan of voor wat betreft het veilig
gebruik van het toestel zijn geïnstrueerd en de daaruit resulte-
rende gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het toestel
spelen. Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet door
kinderen zonder toezicht worden uitgevoerd."
"Wanneer de netaansluitkabel wordt beschadigd, moet deze
door de fabrikant of haar servicedienst of een gekwalificeerde
persoon worden vervangen, om gevaar te vermijden."
1
121