Sharp UA-HD60E-L Manuel D'utilisation page 165

PROBLEEMOPLOSSING
Lees de onderstaande tabel voordat u contact opneemt met een reparateur. Een probleem duidt niet
altijd op een defect.
PROBLEEM
Geuren en rook worden niet
verwijderd.
De stof- /geurmonitor licht
groen op hoewel de lucht niet
schoon is.
De stof-/geurmonitor licht oran-
je of rood op hoewel de lucht
schoon is.
Er komt een kloppend of tik-
kend geluid uit de unit.
De uitgestoten lucht heeft een
geur.
De unit werkt niet als er een
sigarettenlucht hangt.
Het fi lterindicatorlampje brandt.
De stof-/geurmonitor staat uit.
Het waterbijvulindicatorlampje
licht niet op hoewel het waterre-
servoir leeg is
Het waterniveau in het waterre-
servoir daalt niet of heel lang-
zaam.
De stof-/geurmonitorlampjes
veranderen regelmatig van kleur.
OPLOSSING (geen defect)
• Reinig of vervang de fi lters als deze erg vuil lijken.
(Zie NL-12, NL-13, NL-15)
• Mogelijk was de lucht niet schoon op het moment waarop de
stekker in het stopcontact werd gestoken.
Trek de stekker uit het stopcontact, wacht ongeveer een minuut
en steek de stekker weer in het stopcontact.
• De werking van de sensoren wordt beïnvloed door stof in de
sensoropeningen. Maak de stofsensoren voorzichtig schoon.
(Zie NL-5).
• Wanneer de unit plasmaclusterionen produceert, kan er een
zacht kloppend of tikkend geluid hoorbaar zijn.
• Controleer of de fi lters erg vuil zijn.
• Reinig of vervang de fi lters.
• Plasmacluster-luchtreinigers geven een zeer kleine hoeveelheid
ozon af die de geur kunnen veroorzaken.
• Staat de unit op een plaats waar de sigarettenrook moeilijk waar
te nemen is?
• Zit er stof in de openingen van de stofsensoren of zijn deze
verstopt?
(Maak dan de openingen schoon.) (Zie NL-5)
• Steek de stekker in het stopcontact nadat u de fi lters heeft ver-
vangen
en druk op de fi lterresetknop. (Zie NL-12)
• Controleer of "Lampjes UIT" geselecteerd is. Als dit het geval is,
druk dan op de knop BESTURING LAMPJES om de indicator-
lampjes te activeren.
(Zie NL-11)
• Controleer de tempexvlotter op vuil. Maak de luchtbevochti-
gingsbak schoon. Zorg dat de unit op een vlakke ondergrond
staat.
• Controleer of de luchtbevochtigingsbak en het waterreservoir
goed zijn geïnstalleerd. Controleer het luchtbevochtigingsfi lter.
• Reinig of vervang de fi lter als deze erg vuil is.
(Zie NL-15 en NL-16).
• De stof-/geurmonitorlampjes veranderen automatisch van kleur
wanneer deze onzuiverheden in de lucht waarnemen.
NL-17