nl_main.book.book Page 78 Thursday, July 1, 2021 1:18 PM
INSTALLATIE
78
Aansluiten watertoevoerslang
Opmerking bij de aansluiting
• De waterdruk moet tussen 50 kPa en
800 kPa (0.5‒8.0 kgf/cm²) liggen. Als
de waterdruk hoger is dan 800 kPa
moet een decompressiemechanisme
worden geïnstalleerd.
• Controleer regelmatig de toestand van
de watertoevoerslang en vervang de
watertoevoerslang indien nodig.
OPMERKING
• Draai de watertoevoerslang niet te
vast aan en gebruik geen mechanische
voorzieningen om de inlaatkleppen
aan te sluiten.
• Geen verdere terugloopbescherming
vereist voor verbinding met de
waterinlaat.
Controleren van het rubberen
zegel
Twee rubberen zegels
geleverd met de watertoevoerslang. Ze
worden gebruikt om waterlekken te
voorkomen. Verbinding met kranen is
voldoende strak.
• Gebruik geen mechanische
voorzieningen zoals multi-grepen om
de watertoevoerslang aan te sluiten.
Zorg ervoor dat het gebogen uiteinde
van de watertoevoerslang op het
apparaat is aangesloten.
De slang aansluiten op
waterkraan
De schroefdraadslang aansluiten op
de kraan met schroefdraad
Schroef de toevoerslang aan de kraan.
Draai het met de hand alleen vast met
behulp van een zachte doek. Draai de
toevoerslang niet te vast aan met een
mechanisch apparaat.
worden
A
OPMERKING
• Na het aansluiten van de
watertoevoerslang aan de waterkraan,
draait u de waterkraan open om
vreemde voorwerpen (vuil, zand,
zaagsel etc.) in de waterlijnen door te
spoelen. Laat het water in een emmer
weglopen en controleer de
temperatuur van het water.