6.4.5. Parallel bedrijf (PAR)
De beide laboratoriumuitgangen (OUTPUT A en C) worden intern parallel met elkaar verbonden. De parallelle verbin-
ding wordt de uitgangsstroom van de twee uitgangen bij elkaar opgeteld. De max. uitgangsstroom bedraagt in deze
modus max. 6 A. De uitgangsspanning bedraagt max. 40 V/DC.
Door de interne schakeling is het mogelijk de max. uitgangsstroom van 6 A direct op uitgang A af te takken. Externe
kabelbruggen zijn niet vereist.
Verwijder de aangesloten verbruikers van uitgang A (36 en 37) en uitgang C (28 en 29) voordat u de be-
drijfsmodus wijzigt.
De uitgangsspanning instellen
• Kies met de draaischakelaar "MODE" (32) de gebruiksmodus "PAR".
• Zet beide stroominstelregelaars "AMPERE" (8 resp. 19) op de middelste stand.
• Via de draaiknop "VOLT" (4 resp. 15) kan de uitgangsspanning worden ingesteld. Draai in het onderste span-
ningsbereik tot ca. 12 V afwisselend de beide draairegelaars "VOLT" (4 resp. 15). Vanaf 12 V is het voldoende de
spanning via de draairegelaar van uitgang A in te stellen.
• De spanningswaarde "V" wordt op het display (3 resp. 21) weergegeven. De beide spanningsweergaven (3 en 21)
geven dezelfde spanning aan de uitgang en mogen niet bij elkaar opgeteld worden.
In de normale modus werkt het apparaat in de constante spanningsmodus. D.w.z. dat de netvoeding con-
tinu een voorgeprogrammeerde uitgangsspanning levert. Deze modus wordt aangegeven met de groene
statusindicatie "CV" (5 resp. 16).
Stroombegrenzing van uitgang A resp. C instellen
• Verwijder de aangesloten verbruikers van uitgang A (36 en 37) en uitgang C (28 en 29). Stel altijd de juiste uitgangs-
spanning in voordat u de stroomlimiet instelt.
• Draai de stroomregelaar "AMPERE" (8 resp. 19) helemaal naar links (nulpositie).
• Druk op de knop "C-LIMIT" (30 resp. 38) en houd deze knop ingedrukt tijdens het instelproces. De overeenkomstige
uitgang wordt automatisch uitgeschakeld zolang de knop "C-LIMIT" wordt gedrukt. De spanningsindicatie gaat
daarom terug naar ca. 0.
• Via de draaiknop "AMPERE" (8 resp. 19) kan de max. stroomsterkte (stroombegrenzing) worden ingesteld. Laat
de knop "C-LIMIT" los na het instellen. Het display toont opnieuw de daadwerkelijke stroom (met onbelaste uitgang
0,00 A). De statusindicator "CV" (5 resp. 16) brandt.
102