OPSLAAN VAN ETENSWAAR EN DRANKEN
PROBLEEMOPLOSSING
Wat moet u doen als...
Het bedieningspaneel is
uitgeschakeld, het apparaat
werkt niet.
Het interieurlampje werkt
niet.
Het interieurlampje
knippert.
De temperatuur binnenin
de compartimenten is niet
laag genoeg.
Er bevindt zich
water onderin het
koelkastcompartiment.
Er bevindt zich te veel ijs in
het diepvriescompartiment.
De voorste rand van het
apparaat, bij de afdichtingen
van de deur, is heet.
Een of meer groene lampjes
knipperen constant.
De temperatuur van het
koelvak is te laag.
U kunt de Veiligheidsinstructies, de Handleiding, de Productfiche en de Energiegegevens
downloaden:
•
Bezoek onze website
•
Gebruik makend van de QR-code
•
Anders,
Wanneer u contact neemt met de Klantenservice, gelieve de codes te vermelden die op het
identificatieplaatje van het apparaat staan.
001
Mogelijke oorzaken
Er kan een probleem zijn met de
stroomtoevoer naar het apparaat zijn.
Het apparaat kan in de stand Aan/stand-
by staan.
Het lampje moet mogelijk vervangen
worden.
Storing van een technische component.
Deuralarm actief.
Het alarm wordt geactiveerd wanneer
de deur van het koelkastcompartiment
langere tijd open blijft.
Dit kan verschillende oorzaken hebben
(zie 'Oplossingen').
De afvoer voor dooiwater is
geblokkeerd.
De deur van het diepvriescompartiment
sluit niet goed.
Dit is geen defect. Hierdoor wordt de
vorming van condens voorkomen.
Storingsalarm.
Het alarm duidt een storing in een
technische component aan.
•
De ingestelde temperatuur is te
laag.
•
Er is mogelijk een grote
hoeveelheid verse etenswaar in het
diepvriescompartiment geplaatst.
docs . bauknecht . eu
contacteer onze Klantenservice
Legenda
DIEPVRIESVAK
GEMATIGDE ZONE
Aanbevolen voor het bewaren van tropisch fruit,blikjes,
dranken, eieren, sauzen, augurken, boter, jam
KOELZONE
Aanbevolen voor het bewaren van kaas, melk,
zuivelproducten, delicatessen, yoghurt
KOUDSTE ZONE
Aanbevolen voor het bewaren van vis, vlees, vleeswaren
FRUIT & GROENTELADE
Oplossingen
Ga na of:
•
er geen stroomstoring is;
•
de stekker goed in het stopcontact gestoken is en de dubbele
polaire schakelaar (indien aanwezig) in de juiste stand staat (d.w.z.
de schakelaar voorziet het apparaat van spanning);
•
de beschermingstoestellen voor huishoudelijke elektrische
systemen correct werken;
•
de voedingskabel niet is gebroken.
Schakel het apparaat in door kort op de knop "Temp." te drukken (zie
de functie Aan/Stand-by).
Koppel het apparaat los van het elektriciteitsnet en neem contact op
met het Technische Servicecentrum als u een vervanging nodig hebt.
Sluit de koelkastdeur om het alarm te stoppen.
Controleer of het lampje werkt door de deur weer te openen.
Ga na of:
•
de deuren goed sluiten;
•
het apparaat niet is geïnstalleerd in de buurt van een warmtebron;
•
de ingestelde temperatuur voldoende is;
•
de circulatie van lucht door de ventilatieroosters onderin het
apparaat niet belemmerd wordt (zie de installatiehandleiding).
Maak het gaatje van de dooiwaterafvoer schoon (zie "Onderhoud en
Reiniging").
•
Ga na of niets verhindert dat de deur goed sluit.
•
Ontdooi het diepvriescompartiment.
•
Ga na of het apparaat correct geïnstalleerd is.
Een oplossing is niet nodig.
Contacteer het Technisch Servicecentrum.
•
Probeer een minder lage temperatuur in te stellen.
•
Als verse etenswaar in het diepvriescompartiment geplaatst is,
wacht dan tot de etenswaar volledig ingevroren is.
•
Schakel de ventilator uit (als er een is) volgens de procedure
beschreven in de bovenstaande paragraaf "VENTILATOR".
(Het telefoonnummer staat in het garantieboekje).