3.
Druk de asvergrendeling in en draai de inbusbout vast.
Voor gereedschap met een
binnenflens voor een zaagblad met
een middengatdiameter anders dan
15,88 mm
De binnenflens heeft een uitsteeksel met een bepaalde
diameter aan één zijde en een uitsteeksel met een
andere diameter aan de andere zijde. Kies de correcte
zijde waarvan het uitsteeksel perfect past in het mid-
dengat van het zaagblad. Plaats de binnenflens op de
montageas zodat de zijde met het juiste uitsteeksel op
de binnenflens naar buiten wijst, en breng daarna het
zaagblad en de buitenflens aan.
► Fig.23: 1. Montageas 2. Binnenflens
3. Cirkelzaagblad 4. Buitenflens 5. Inbusbout
WAARSCHUWING:
DE INBUSBOUT RECHTSOM STEVIG VASTDRAAIT.
Wees ook voorzichtig de bout niet te strak aan de
draaien. Als u met uw hand van de inbussleutel af
glijdt, kan persoonlijk letsel ontstaan.
WAARSCHUWING:
steeksel "a" op de binnenflens dat aan de buitenzijde
zit, perfect past in het middengat "a" van het zaagblad.
Als u het zaagblad op de verkeerde kant van de binnenflens
aanbrengt, kunnen gevaarlijke trillingen het gevolg zijn.
Voor gereedschap met een
binnenflens voor een zaagblad met
een middengatdiameter van 15,88 mm
(afhankelijk van het land)
Breng de binnenflens op de montageas aan met zijn
verzonken zijde naar buiten gericht, en breng daarna
het zaagblad (zo nodig met de ring bevestigd), de bui-
tenflens en de inbusbout aan.
Voor gereedschap zonder de ring
► Fig.24: 1. Montageas 2. Binnenflens
3. Cirkelzaagblad 4. Buitenflens
5. Inbusbout
Voor gereedschap met de ring
► Fig.25: 1. Montageas 2. Binnenflens
3. Cirkelzaagblad 4. Buitenflens
5. Inbusbout 6. Ring
WAARSCHUWING:
DE INBUSBOUT RECHTSOM STEVIG VASTDRAAIT.
Wees ook voorzichtig de bout niet te strak aan de
draaien. Als u met uw hand van de inbussleutel af
glijdt, kan persoonlijk letsel ontstaan.
WAARSCHUWING:
zaagblad op de montageas aan te kunnen brengen, zorgt
u er altijd voor dat de correcte ring voor het middengat
van het te gebruiken zaagblad wordt aangebracht tus-
sen de binnenflens en de buitenflens. Als de verkeerde
middengatring wordt gebruikt, wordt het zaagblad mogelijk
niet goed aangebracht, waardoor het zaagblad kan bewegen
en sterke trillingen worden veroorzaakt met als gevolg dat
u tijdens het gebruik de controle over het gereedschap kunt
verliezen en ernstig persoonlijk letsel wordt veroorzaakt.
ZORG ERVOOR DAT U
Zorg ervoor dat het uit-
ZORG ERVOOR DAT U
Als de ring nodig is om het
Het cirkelzaagblad verwijderen
1.
Druk de asvergrendeling volledig in zodat de mon-
tageas niet kan draaien en draai de inbusbout los met
de inbussleutel. Verwijder vervolgens de inbusbout, de
buitenflens, het cirkelzaagblad en de ring (afhankelijk
van het land).
2.
Als u het gereedschap opbergt, brengt u de bui-
tenflens aan draait u de inbusbout met de hand licht
vast om te voorkomen dat u hem verliest.
De beschermkap reinigen
Vergeet niet om tijdens het verwisselen van het
cirkelzaagblad tevens de bovenste en onderste
beschermkappen te ontdoen van opgehoopt zaag-
sel, zoals beschreven in het hoofdstuk Onderhoud.
Ondanks dergelijk onderhoud blijft het noodzakelijk
de werking van de onderste beschermkap voor ieder
gebruik te controleren.
Een stofzuiger aansluiten
Om de zaagomgeving schoon te houden, kunt u een
Makita-stofzuiger op dit gereedschap aansluiten. Sluit
de stofzuigerslang aan op de stofafzuigaansluitmond,
zoals aangegeven in de afbeelding.
► Fig.26: 1. Stofafzuigaansluitmond 2. Schroef
► Fig.27: 1. Slang 2. Stofzuiger
BEDIENING
Dit gereedschap is bedoeld voor het zagen van
houtproducten. Met geschikte, originele Makita-
cirkelzaagbladen kunnen ook de volgende materialen
worden gezaagd:
•
Aluminiumproducten
Raadpleeg onze website of neem contact op met uw
plaatselijke Makita-dealer voor de correcte cirkelzaag-
bladen die moeten worden gebruikt voor het te zagen
materiaal.
De werking van de beschermkap
controleren
Verwijder de accu.
Stel de verstekhoek in op 0° en trek daarna de onderste
beschermkap met de hand terug tot aan het einde en
laat hem los. De onderste beschermkap werkt correct
als:
—
deze kan worden teruggetrokken boven de zool
zonder enig weerstand, en
—
deze automatisch terugkeert tot tegen de aanslag.
► Fig.28: 1. Bovenste beschermkap 2. Onderste
beschermkap 3. Zool 4. Aanslag 5. Openen
6. Sluiten
Als de onderste beschermkap niet correct werkt, con-
troleert u of zaagsel zich heeft opgehoopt binnenin de
onderste en bovenste beschermkappen. Als de onder-
ste beschermkap niet correct werkt, zelfs niet na het
verwijderen van zaagsel, laat u het gereedschap onder-
houden door een Makita-servicecentrum.
77 NEDERLANDS