• Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Laat geen voorwerpen of kookgerei
op het apparaat vallen. Het oppervlak
kan beschadigen.
• Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
• Geen aluminiumfolie op het apparaat
leggen.
• Gebruik alleen stabiel kookgerei met
de juiste vorm en een diameter groter
dan de afmetingen van de branders.
• Zorg ervoor dat de pannen in het
midden van de branders staan.
• Zorg dat de vlam niet uit gaat als u de
knop snel van de maximale stand
naar de minimale stand draait.
• Gebruik alleen de accessoires die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Plaats geen vlamverdeler op de
brander.
• Het gebruik van een kookapparaat op
gas leidt tot de productie van warmte
en vocht. Zorg voor een goede
ventilatie in de ruimte waar het
apparaat is geïnstalleerd.
• U moet bij langdurig intensief gebruik
van het apparaat waarschijnlijk meer
ventileren, bijvoorbeeld door een
raam te openen, of effectiever
ventileren, bijvoorbeeld door het
niveau van de aanwezige,
mechanische ventilatie op te voeren.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd
om mee te koken. Het mag niet
worden gebruikt voor andere
doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
• Laat geen zure vloeistoffen, zoals bijv.
azijn, citroensap of reinigingsmiddelen
voor het verwijderen van kalkaanslag,
in aanraking komen met de kookplaat.
Hierdoor kunnen doffe plekken
ontstaan.
• Verkleuring van het email of roestvrij
staal is niet van invloed op de werking
van het apparaat.
2.5 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Verwijder de toetsen,
knoppen of pakkingen niet
van het bedieningspaneel.
Er kan water in het apparaat
komen en schade
veroorzaken.
• Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
• Schakel het apparaat uit en laat het
afkoelen voordat u het schoonmaakt.
• Trek voor
onderhoudswerkzaamheden de
stekker uit het stopcontact.
• Gebruik geen waterstralen of stoom
om het apparaat te reinigen.
• Reinig het apparaat met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
• De branders niet in de afwasautomaat
reinigen.
2.6 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
• Neem contact met uw plaatselijke
overheid voor informatie m.b.t.
correcte afvalverwerking van het
apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
• Maak de externe gasleidingen plat.
2.7 Servicedienst
• Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
• Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
NEDERLANDS
7