zal een adequate tijdelijke oplossing gebruikt worden. Dit zal gemeld worden
aan de eigenaar van de uitrusting zodat alle partijen op de hoogte zijn. Initiële
veiligheidscontroles zullen het volgende bevatten:
• dat condensatoren ontladen zijn: dit zal gebeuren op een veilige manier om de
kans op vonken te vermijden;
• dat er geen onderdelen en bedrading onder spanning blootgesteld worden tijdens
laden, recupereren of spoelen van het systeem;
• dat het systeem voortdurend geaard is.
2
HERSTELLINGEN AAN AFGEDICHTE ONDERDELEN
2.1 Tijdens herstellingen aan afgedichte onderdelen moet alle elektrische voeding
afgekoppeld worden van de apparatuur vóór het verwijderen van afgedichte deksels,
enz. Als het absoluut nodig is dat de voeding tijdens onderhoudswerken aan de
apparatuur aangesloten blijft moet een permanente lekdetectie geplaatst worden
ter hoogte van het meest kritische punt om te waarschuwen voor een mogelijk
gevaarlijke situatie.
2.2 Er zal in het bijzonder aandacht besteed worden aan het volgende om te
verzekeren dat tijdens het werken aan elektrische onderdelen de behuizing niet
gewijzigd wordt op een manier waarop het niveau van beveiliging beïnvloed wordt.
Dit zal beschadiging van kabels, een teveel aan aansluitingen, klemmenblokken die
niet volgens specificatie zijn, beschadigingen aan dichtingen, onjuiste plaatsing van
pakkingen, enz. bevatten.
Verzeker dat de apparatuur stevig gemonteerd is.
Verzeker dat de dichtingen of dichtingsmaterialen niet zodanig verouderd zijn dat
ze het binnendringen van brandbare atmosferen niet meer kunnen voorkomen.
Vervangonderdelen zullen voldoen aan de specificaties van de fabrikant.
OPMERKING Het gebruik van siliconen afdichtingsmiddel kan de effectiviteit van
sommige types van apparatuur voor lekdetectie verminderen. Intrinsiek veilige
onderdelen moeten niet geïsoleerd worden vooraleer er aan gewerkt wordt.
3
HERSTELLINGEN AAN INTRINSIEK VEILIGE ONDERDELEN
Breng geen permanent inductieve of capacitieve ladingen aan op het circuit zonder
te verzekeren dat deze de maximaal toegelaten spanning en stroom voor de
gebruikte apparatuur niet overschrijden.
Intrinsiek veilige onderdelen zijn enkel deze onderdelen van het type waaraan
gewerkt kan worden onder spanning in een brandbare atmosfeer. De testapparatuur
zal van de juiste klasse zijn.
Vervang onderdelen enkel door onderdelen met de specificaties van de fabrikant.
Andere onderdelen kunnen leiden tot ontsteking van het koelmiddel in de atmosfeer
ten gevolge van een lek.
4
BEKABELING
Controleer dat de bekabeling niet beïnvloed is door slijtage, corrosie, overmatige
druk, trillingen, scherpe randen of andere negatieve omgevingseffecten. De controle
zal ook rekening houden met de effecten van veroudering of voortdurende trillingen
die veroorzaakt worden door compressoren of ventilatoren.
5
DETECTIE VAN BRANDBARE KOELMIDDELEN
Er zullen onder geen omstandigheden mogelijke ontstekingsbronnen gebruikt
worden tijdens het zoeken naar of detecteren van lekken van koelmiddel. Een
halidelamp (of een andere detector met open vlam) zal niet gebruikt worden.
6
METHODES VAN LEKDETECTIE
De volgende methodes van lekdetectie worden als aanvaardbaar beschouwd voor
systemen die brandbare koelmiddelen bevatten. Elektronische lekdetectoren
zullen gebruikt worden om brandbare koelmiddelen te detecteren maar de
gevoeligheid kan onvoldoende zijn of ze moeten opnieuw gekalibreerd worden.
(Detectieapparatuur zal gekalibreerd worden in een omgeving vrij van koelmiddel.)
Verzeker dat de detector geen mogelijke ontstekingsbron is en geschikt is voor
het gebruikte koelmiddel. Lekdetectie-apparatuur zal ingesteld worden op een
percentage van de LEL van het koelmiddel en zal gekalibreerd worden volgens het
koelmiddel dat gebruikt wordt en het gepaste percentage aan gas (25 % maximum)
bevestigd is.
Vloeistoffen voor lekdetectie zijn geschikt voor gebruik voor de meeste koelmiddelen
1
170