nl Uw apparaat leren kennen
Draaiarm
4
Draaischakelaar
5
Beschermdeksel voor aandrijving
6
2
Aandrijving 2
7
Beschermdeksel voor aandrijving
8
3
Aandrijving 3
9
Luchtafvoerrooster
10
Hoofdaandrijving
11
Kabelvak
12
Uitsparing voor kom
13
Kneedhaak
14
Klopgarde
15
Roergarde
16
Draaischakelaar
Symbool Functie
Verwerking stoppen.
Ingrediënten op een lage snel-
heid verwerken.
Ingrediënten op de hoogste
snelheid verwerken.
Aandrijving in de parkeerstand
bewegen.
Tip: U kunt de snelheid tijdens de verwer-
king op elk moment wijzigen of de verwer-
king onderbreken.
Draaiarm, aandrijvingen en snel-
heidsadviezen
Wanneer de ontgrendelknop wordt inge-
drukt, kan de draaiarm in de gewenste
stand worden gezet.
De draaiarm moet in elke bedrijfspositie zijn
vastgeklikt.
Neem de snelheidsadviezen in de tabel in
acht.
→ Fig.
2
42
Hulpmiddelen
Hulp-
Gebruik
stukken
Kneedhaak
¡ Deeg kneden, bijv. gist-
deeg, brooddeeg, pizza-
deeg, pastadeeg, gebak-
deeg.
¡ Mengen van ingrediënten in
het deeg, bijv. zaden.
Roergarde
¡ Deeg roeren, bijv. taart-
deeg, fruittaart.
¡ Mengen van ingrediënten in
het deeg, bijv. rozijnen,
stukjes chocolade.
Klopgarde
¡ Eiwit en room (minstens 30
% vetgehalte) kloppen.
¡ Lichte deegsoorten men-
gen, bijv. biscuitdeeg.
Parkeerstand
Uw apparaat is voorzien van een handmati-
ge parkeerstand.
Opmerking: De draaiarm kan met een hulp-
stuk eraan alleen worden geopend of ge-
sloten als de aandrijving in de correcte par-
keerstand staat.
Aandrijving in parkeerstand bewegen
Vereiste: De draaischakelaar staat op
.
De draaischakelaar op
▶
vasthouden.
a De aandrijving beweegt langzaam tot de
correcte parkeerstand is bereikt.
Opmerking: Als de aandrijving niet be-
weegt, is de correcte parkeerstand reeds
bereikt.
Snoerlengte
Snoeropbergvak gebruiken
Het aansluitsnoer er tot de benodigde
1.
lengte uittrekken.
draaien en