Camera monteren
De veiligste manier van bevestigen zijn schroeven die door de opbouw
gaan. Neem hierbij de volgende instructies in acht:
– Achter de gekozen montagepositie moet voldoende vrije ruimte voor
de montage voorhanden zijn.
– Elke doorvoer moet door geschikte maatregelen tegen binnenkomend
water beschermd moet worden (b. v. door het aanbrengen van
de schroeven met afdichtingspasta en/of door de buitenste
bevestigingsonderdelen met afdichtingspasta in te spuiten).
– De opbouw aan de bevestigingsplaats moet voldoende stevigheid
bieden, zodat de camerahouder voldoende stevig vastgedraaid
kan worden.
Controleer van tevoren, of er voldoende ruimte is voor de boor aan
de achterkant (afb. 2, pag. 3).
Als u niet zeker bent over de door u gekozen montageplaats,
neem dan contact op met de fabrikant van de opbouw of een vertegen-
woordiger hiervan.
INSTRUCTIE
I
Om corrosie van de schroeven te minimaliseren wordt aanbevolen
de schroefdraad in te vetten.
Ga bij de montage als volgt te werk:
➤ Houd de camerahouder op de gekozen montageplaats en markeer
minstens 2 verschillende boorpunten (afb. a, pag. 5).
➤ Maak op de voordien gemarkeerde punten met hamer en center een
gaatje om het verlopen van de boor te verhinderen.
Als u de camera met plaatschroeven wilt aanbrengen (afb. b, pag. 5)
LET OP! Gevaar voor beschadiging!
A
De bevestiging met plaatschroeven mag alleen in stalen platen met
een minimumdikte van 1,5 mm gebeuren.
➤ Boor in de voordien gemarkeerde punten telkens een gat van Ø 4,5 mm.
➤ Ontbraam alle boorgaten en behandel ze met antiroestmiddel.
➤ Breng de camerahouder met de plaatschroeven 6 x 20 mm aan.
90
PerfectView CAM60
NL