b) Waarschuwing bij verkeerde keuze van de bus
De DMM is voorzien van een meetbuscontrole. Bij een verkeerde
aansluiting, die voor de gebruiker en de DMM gevaar kan ople-
veren, geeft de DMM een hoorbare en zichtbare waarschuwing
weer.
Zodra de meetkabels in de stroommeetbussen zitten en er naar
een andere meetfunctie (behalve stroommeting) omgeschakeld
wordt, laat de DMM nadrukkelijk een waarschuwing horen en
zien. Dit is ook het geval als de meetingang tussen de 10A-bus
(F) en de mA/µA-bus (E) verwisseld is.
Klinkt er een geluidssignaal en verschijnt er "LEAd" (meetkabel)
op het display, controleer dan onmiddellijk de aansluitingen en de
ingestelde meetfunctie.
In de afbeelding ziet u een voorbeeld van verkeerd aangesloten
meetkabels, wat onmiddellijk moet worden gecorrigeerd.
De volgende verkeerde aansluitingen worden herkend:
Meetfunctie
V/mV/Ω/°C°F/Hz%/
/
Aansluiting
mA/µA//10A
meetbussen
Onderbreek bij een waarschuwing onmiddellijk de meetprocedure en controleer of de meetfunctie
en aansluitingen correct ingesteld zijn. Op het display worden voor elk meetbereik de te gebruiken
meetbussen weergegeven.
mA/µA
/
10A
A
mA/µA
125