8. Aanduidingen en symbolen op het display
De volgende symbolen en aanduidingen zijn zichtbaar op het apparaat of op het display. Er kunnen andere symbolen
op het display aanwezig zijn (displaytest). Deze hebben echter geen functie.
1
Echt-effectieve waarde meting
2
Delta-symbool voor meting van relatieve waarden
(referentiewaarden)
3
Symbool voor mega (macht 6)
4
Symbool voor kilo (macht 3)
5
Ohm (eenheid van elektrische weerstand)
6
Hertz (eenheid van frequentie)
7
Symbool voor nano (macht -9)
8
Symbool voor milli (macht -3)
9
Volt (eenheid van elektrische spanning)
10 Symbool voor micro (macht -6)
11 Ampère (eenheid voor elektrische stroom)
12 Farad (eenheid van elektrische capaciteit)
13 Graden Celsius (Europese temperatuureenheid)
14 Graden Fahrenheit (Amerikaanse temperatuureenheid)
122
15 Weergave van de pulsduur van de pos. halve golf in
procent (puls-pauzeverhouding)
16 Automatische uitschakeling is geactiveerd
17 Meetwaardeweergave
18 Symbool voor de diodetest
19 Symbool voor akoestische continuïteitstest
20 Symbool voor lage impedantie
21 Aanduiding voor de juiste aansluiting van de meetbussen
22 Automatische meetbereikkeuze is actief
23 Weergave batterij vervangen
24 HOLD-functie is actief
25 Symbool voor gelijkstroom ( )
26 Polariteitsweergave voor stroomrichting (minpool)
27 Symbool voor wisselstroom ( )
28 Waarschuwingssymbool voor gevaarlijke spanning