Voor het eerste gebruik
Hier vindt u alles wat u moet doen voordat u voor het eerst
gerechten klaarmaakt met de oven. Lees eerst het hoofdstuk
Veiligheidsvoorschriften.
Tijd instellen
Na de aansluiting knipperen op het display het symbool
drie nullen. Stel de tijd in.
De toets
indrukken.
0
1.
Op het display verschijnt de tijd 12:00. De tijdsymbolen zijn
verlicht, de pijl
N
staat voor
Met de toets
of
de tijd instellen.
@
A
2.
Na enkele seconden wordt de ingestelde tijd overgenomen.
Kookplaat instellen
Uw kookplaat is voorzien van vier gasbranders. Hier kunt u
nalezen hoe u de gasbranders aansteekt en de kookplaat
instelt.
Reinigen van de branderkelk en het
branderdeksel
Reinig het branderdeksel (1) en het branderdeksel (2) met
water en afwasmiddel. Droog deze onderdelen goed af.
Plaats de branderkelk en het deksel weer op de branderkom
(5). Let erop dat de ontsteking (3) en de vlambeveiligingspin
(4) niet worden beschadigd.
De sproeier (6) moet droog en schoon zijn. Plaats het
branderdeksel altijd exact op de branderkelk.
Gasbrander ontsteken
Plaats het branderdeksel altijd exact op de branderkelk. De
openingen op de branderkelk moeten altijd vrij zijn.Alle
branderdelen moeten droog zijn.
Open de bovenste afdekking. Deze moet tijdens het gebruik
1.
van het fornuis altijd geopend zijn.
Draai de schakelaar van de gewenste brander naar links in
2.
de ontstekingsstand
:
. Het ontsteken begint.
Druk de schakelaar helemaal in en houd deze 1-3 seconden
3.
ingedrukt. De gasbrander wordt ontstoken.
44
0
.
De oven opwarmen
Om de geur van het nieuwe te verwijderen, warmt u de lege,
gesloten oven op. Ideaal hiervoor is een uur bij Boven- en
onderwarmte
%
verpakkingsresten in de binnenruimte bevinden.
en
0
Ventileer de keuken zolang de oven opwarmt.
Met de functiekeuzeknop Boven- en onderwarmte
1.
instellen.
Met de temperatuurkeuzeknop 240 °C instellen.
2.
Na een uur de oven uitschakelen. Hiervoor de
functiekeuzeknop op de nulstand draaien.
Toebehoren reinigen
Reinig de toebehoren voor het eerste gebruik grondig met
warm zeepsop en een zacht schoonmaakdoekje.
De ontstekingsbeveiliging wordt geactiveerd. Als de gasvlam
uitgaat, wordt de gastoevoer automatisch door de
ontstekingsbeveiliging onderbroken.
Stel de gewenste vlamhoogte in. Tussen de instelling
4.
de instelling
•
een instelling tussen de hoogste
kiezen.
Als de vlam weer uitgaat, herhaalt u de procedure vanaf stap
5.
2.
Voor het uitschakelen van de gasbrander: Draai de
6.
gasbranderschakelaar
De ontsteking mag niet langer dan 15 seconden worden
bediend. Wanneer de brander na 15 seconden nog niet
ontstoken is, moet u minstens 1 minuut wachten. Herhaal dan
de ontstekingsprocedure.
:
Let op!
Wanneer u kort na het uitschakelen van een nog warme
gasbrander de schakelaar bedient, stroomt er gas uit. Wanneer
u de schakelaar niet in de ontstekingsstand
gastoevoer na 60 seconden onderbroken.
De gasbrander ontsteekt niet.
Bij stroomuitval of bij vochtige bougies kunt u de gasbrander
met een gasaansteker of lucifer ontsteken.
op 240 °C. Let erop dat zich geen
is de vlam niet stabiel. U moet daarom altijd
•
en de laagste vlam
naar rechts in de stand Uit.
û
%
û
Uit en
–
zet, wordt de
: