Bediening
Deze gebruiksaanwijzing geldt voor verschillende
apparaatvarianten. Het is mogelijk dat er kenmerken worden
beschreven die niet van toepassing zijn op uw apparaat.
Aanwijzing: Schakel de afzuigkap in zodra u begint met koken
en schakel hem pas enkele minuten na het koken weer uit. Zo
wordt de keukendamp het effectiefst verwijderd.
Bedieningspaneel
Bedieningspaneel
Verklaring
Ventilator Aan/Uit
#
Licht Aan/Uit/Dimmen
A
-
Ventilatorstanden verlagen
+
Ventilatorstanden verhogen/Intensiefstand 1, 2
boost-functie (kortstondig maximaal vermogen)
&
Automatische modus met naloop ventilator
!
Ventilator instellen
Aanwijzing: Pas de ventilatorstand altijd aan de actuele
omstandigheden aan. Kies bij een sterke dampvorming ook
een hoge ventilatorstand.
Inschakelen
Toets
#
indrukken.
1.
De ventilator start in ventilatorstand
Toets + of - indrukken om een andere ventilatorstand in te
2.
stellen.
Uitschakelen
Toets
#
indrukken.
Intensief-stand
Bij sterke geur- en dampvorming kunt u de intensief-stand
gebruiken.
Toets + indrukken tot op het display ventilatorstand
1.
weergegeven.
Toets + indrukken.
2.
De intensiefstand
is geactiveerd.
2‚
Toets + indrukken.
3.
De intensiefstand
2ƒ
is geactiveerd.
Aanwijzing: De looptijd van de intensiefstand bedraagt
ca. 6 minuten. Na afloop hiervan schakelt het toestel terug
naar de lagere ventilatorstand.
Toets - indrukken tot de gewenste ventilatorstand bereikt is.
4.
De intensiefstand is beëindigd.
Boost-functie
De Boost-functie is een kortstondig maximaal vermogen dat u
in elke ventilatorinstelling kunt activeren.
Toets
indrukken.
&
Na ca. 20 seconden schakelt de ventilator terug naar de
daarvoor ingestelde stand.
28
.
ƒ
„
wordt
Automatische modus
Inschakelen
Toets
indrukken.
#
1.
De ventilator start in ventilatorstand
Toets
!
indrukken.
2.
De optimale ventilatorstand
een sensor automatisch ingesteld.
Uitschakelen
Toets
of
indrukken.
!
#
De automatische modus is uitgeschakeld.
Wanneer de sensor geen verandering van de luchtkwaliteit in
de ruimte meer vaststelt, schakelt de ventilator automatisch uit.
De looptijd in de automatische modus bedraagt maximaal
4 uur.
Sensorbesturing
In de automatische modus herkent een sensor in de afzuigkap
de intensiteit van de kook- en bakluchtjes. Afhankelijk van de
instelling van de sensor schakelt de ventilator automatisch in
een andere stand.
Standaard instelling van de gevoeligheid:
Laagste instelling van de gevoeligheid:
Hoogste instelling van de gevoeligheid:
Instelling van de sensorgevoeligheid wijzigen
Als de sensorbesturing te snel of te langzaam reageert, kunt u
de instelling van de gevoeligheid wijzigen.
Bij een uitgeschakelde ventilator de toets
1.
lang ingedrukt houden.
De instelling wordt weergegeven.
Toets + of - indrukken om de instelling van de gevoeligheid te
2.
wijzigen.
Toets
ca. 4 seconden ingedrukt houden.
!
3.
De verandering wordt opgeslagen.
Verlichting
U kunt de verlichting onafhankelijk van de ventilatie in- en
uitschakelen.
Toets
A
indrukken.
Helderheid instellen
Toets
A
ingedrukt houden tot de gewenste helderheid
verkregen is.
Verzadigingsindicatie
Als het metalen vetfilter of het actief koolfilter verzadigd is,
klinkt na uitschakeling van de ventilator gedurende 4 seconden
een signaal.
Op het display knipperen de betreffende symbolen:
!
Metalen vetfilter:
■
Actief koolfilter:
"
■
Metalen vetfilter en actief koolfilter:
■
beurtelings
Uiterlijk op dit moment dienen de metalen vetfilters
schoongemaakt en/of het actief koolfilter vervangen te worden,
zie het hoofdstuk Reinigen en onderhoud en neem de
installatie-instructies bij de toebehoren in acht.
.
ƒ
,
of
wordt met behulp van
‚
ƒ
„
†
‹
Š
ca. 4 seconden
!
!
en
"
knipperen