•
Als u geen temperatuurinstelling
verricht, wordt de standaard instelling
23 °C gebruikt. Als de
kamertemperatuur hoger is dan 23 °C,
start het product niet.
•
De weekprogrammering wordt gewist
als het product wordt uitgeschakeld.
Voorbeeld: Maandag, eerste bedrijfsperiode
07:00 tot 13:00.
1.
Druk op P
2.
Dag van de week
3.
EDIT Time/On
4.
Time/Off OK
AFB. 10
Instelling van detectie
van temperatuurdaling
(afstandsbediening)
1.
Druk op
om het product te starten en
laat het in de opwarmstand werken totdat
stabiliteit is bereikt.
2.
Druk op
om de stand voor detectie
van temperatuurdaling te activeren (het
indicatielampje
3.
Druk op + of - om de temperatuur
voor de functie voor detectie van
temperatuurdaling in te stellen.
4.
Druk op
om de stand voor detectie
van temperatuurdaling te activeren (het
indicatielampje
5.
Het product keert terug naar de vorige
bedrijfsstand.
AFB. 11
•
Als de kamertemperatuur met de
vermelde waarde tussen 5 en 10 °C daalt
in minder dan 10 minuten, gaat het
product in de ruststand. Druk op
het product nogmaals te starten.
•
Als de stand voor detectie van
temperatuurdaling en weekprogramma
tegelijkertijd actief zijn, wordt het product
niet gestart als het door het
brandt).
is gedoofd).
om
weekprogramma is uitgeschakeld. Als het
product door het weekprogramma is
gestart, blijft het op basis van de
ingestelde temperatuur werken, ook als er
temperatuurdaling wordt gedetecteerd.
•
Als bijvoorbeeld de functie voor detectie
van temperatuurdaling is geactiveerd als
het product door een weekprogramma
wordt gestart op maandag tussen 09.00
en 10.00, met de ingestelde temperatuur
van 28 °C, wordt het product
uitgeschakeld als de temperatuur tot
23 °C of lager daalt tijdens de periode
tussen 09.00 en 10.00. De overige tijd
staat het product in de ruststand.
Afstandsbediening
1.
Open het batterijklepje door het naar
beneden te schuiven.
2.
Plaats de batterij (CR2025, 3 V) met de juiste
polariteit overeenkomstig de markering in
het batterijvak, zie de afbeelding.
3.
Sluit het batterijvak.
AFB. 12
LET OP!
De knoppen van de afstandsbediening
hebben dezelfde functies als de knoppen op
het bedieningspaneel.
ONDERHOUD
•
Gebruik geen oplosmiddelen of
chemische stoffen die de plastic
onderdelen kunnen beschadigen.
•
Laat het product vóór hantering en/of
reiniging volledig afkoelen.
•
Zorg ervoor dat er geen water of andere
vloeistof in de elektrische onderdelen
binnendringt – risico op brand en/of
elektrische ongevallen.
•
Maak het product aan de buitenkant
schoon met een zachte doek, bevochtigd
met een mild reinigingsmiddel.
•
Reinig de luchtinlaat en luchtuitlaat
regelmatig.
NL
53