vanwege de aanzienlijke spanning die nodig is
om de pulpatestprocedure uit te voeren.
Digitest 3 instellen voordat de
vitaliteitstest van de pulpa wordt
uitgevoerd
• Om de toestand van de tand of kies nauwkeurig
te kunnen diagnosticeren, moet het pul-
pa-onderzoek worden uitgevoerd bij een patiënt
die geen plaatselijke verdoving of gasanalgesie
heeft gekregen. Zorg ervoor dat u de Digitest 3
gebruikt VOORDAT u deze procedures uitvoert.
• Leg de patiënt voorafgaand aan de pulpatest
volledig uit wat u gaat doen, zodat hij of zij niet
onaangenaam wordt verrast tijdens de test. De
woorden "gevoel" of "ongemak" zijn altijd te ver-
kiezen boven het woord "pijn".
• Tijdens het testen van de pulpa moet de op-
erator het standaard infectiecontroleprotocol
volgen door rubberen, vinyl of nitril wegwer-
phandschoenen te dragen.
• De te testen tand en de aangrenzende tanden
moeten schoon en droog zijn. Interproximale
gaten moeten vóór het testen vrij worden ge-
maakt van voedselresten, speeksel, water of
tandplak door te flossen, te schilferen met een
instrument en aan de lucht te drogen.
• Isoleer de te testen tand elektrisch van aan-
grenzende tanden of metalen restauraties door
deze te omwikkelen met een heldere mylar
strook, zoals die wordt gebruikt bij het vervaar-
digen van composietrestauraties van klasse 3.
• Er moet een droog katoenen rolletje in de buc-
cale vestibule worden geplaatst om de tand te
isoleren van de lip en de wang.
• Gebruik een plastic spiegeltje om de tong van
de tand te houden tijdens het testen.
• Er zijn twee alternatieven om het circuit te
voltooien met behulp van de autoclaveerbare
aardingsklem en afleidingsdraad.
1. Methode 1: Over de lip
• Steek het ene uiteinde van de draad in de
aansluiting aan de onderkant van de voed-
ingseenheid (Afb. 9) en steek de aarding-
sklem (Afb. 10) in de aansluiting aan het
andere uiteinde van de draad.
Afb. 9
• Vertel de patiënt bij beide methoden wat hij of
zij tijdens de test kan verwachten en waarom de
test wordt uitgevoerd. Vertel de patiënt dat wan-
neer de vitaliteitstest bezig is, hij of zij dit moet
aangeven, verbaal of door voorzichtig zijn/haar
hand op te steken (voor een test met de "vinger
vasthouden" van de aardklem, moet hij/zij zijn/
haar vrije hand opsteken), bij het eerste teken
van een bewustzijn van de stimulus in de tand.
Zodra ze u hierop attent maken, stopt u de test
door de druk op de knop los te laten en de sonde
uit contact met het tandoppervlak te halen.
• Bij de vinger vasthouden-methode heeft de arts
de optie om de patiënt enige controle te geven
over de testprocedure. Dit wordt gedaan door de
patiënt te vertellen dat hij het gevoel in de tand
kan laten stoppen als hij of zij de aardklem lo-
slaat. Het loslaten van de aardklem schakelt de
Digitest 3 niet uit en betekent niet dat de getallen
op het digitale scherm niet langer hoger blijven
oplopen. Het zal de patiënt alleen niet langer de
stimulus doen voelen.
• BELANGRIJK: Deze optie moet beperkt
worden aangeboden, en alleen aan patiënten
die aarzelen om de procedure te ondergaan
omdat ze bang zijn voor extreem ongemak.
Patiënten die het "klem laten vallen"-alter-
natief krijgen aangeboden, kunnen omdat ze
vooraf ongemak verwachten de klem voortij-
dig laten vallen, wat de nauwkeurigheid van de
testresultaten beïnvloedt.
• Steek de tandsonde in het open uiteinde van de
voedingseenheid (Afb. 11). Om de elektrische
geleiding en het contact tussen tand en sonde
Afb. 10
• Doe een klein beetje tandpasta op de lip
van de patiënt (om de elektrische geleiding
te verbeteren), plaats vervolgens de aard-
ingsklem over de met tandpasta inges-
meerde lip van de patiënt en controleer of
er goed contact is tussen de lip en de klem.
2. Methode 2: Vinger vasthouden
• Sluit de draad en aardklem aan op de voed-
ingseenheid volgens methode 1.
• Doe een kleine hoeveelheid tandpasta op
de aardklem en laat de patiënt de metalen
klem stevig vasthouden tussen duim en wi-
jsvinger van een van beide handen.
Afb. 11
53