Figuren 5 en 6.
8. Vul de motor met olie en brandstof zoals beschreven in de motorhandleiding.
Kleding
Draag tijdens het gebruik van de machine nauw aansluitende werkkleding, stevige
werkhandschoenen, oorbeschermers en hoge schoenen met antislipzool en stalen neuzen.
Blijf tijdens het werken uit de buurt van roterende onderdelen.
Gebruik
Verwijder vóór gebruik alle vreemde voorwerpen uit de nabijheid van de machine. Stenen,
glas, takken en dergelijke kunnen het apparaat beschadigen. Controleer tevens of de
schroeven op de machine goed vastgedraaid zijn.
De motor starten:
Zet de gasklep geheel open.
Volg de startinstructies in de motorhandleiding.
De motor uitzetten:
Sluit de gasklep geheel.
Volg de stopinstructies in de motorhandleiding.
De zwarte greep is bedoeld voor het vooruitrijden en de rode greep voor het achteruitrijden
van de machine. Let op dat u de machine niet in de achteruit gebruikt wanneer u met uw rug
naar een voorwerp gericht staat, bijvoorbeeld een boom of muur. Wees altijd extra
voorzichtig wanneer u met de machine achteruit rijdt.
De machine wordt door de machine voortbewogen, dat wil zeggen, de snelheid van de
machine hangt af van de hoeveelheid gas die u geeft. Als u de machine tegenhoudt, werken
de bladen zich in de grond.
Als de machine de neiging heeft zich in de grond te graven, zijn er verschillende dingen die u
kunt doen. De linker- en rechterbladset kunnen verwisseld worden. Hierdoor gebruikt de
machine de achterkant van het blad, zodat de machine zich minder gemakkelijk ingraaft.
Daarnaast kunnen zijschermen worden aangebracht. Dit voorkomt ook dat de machine zich
ingraaft.
In dit geval moet de diepteslof altijd in de bovenste stand worden gezet. Zie ook de sectie
over het afstellen van de diepteslof.
De snelheid van de machine wordt niet alleen door het motortoerental, maar ook door de
diepteslof geregeld, die zich achter de machine bevindt.
Werk niet in erg natte aarde, want in dat geval kunnen zich aardkluiten vormen die moeilijk te
breken zijn. Droge en harde grond moet wellicht tweemaal bewerkt worden.
Als de tuinfrees tussen smalle rijen planten en gewassen wordt gebruikt, kunnen de buitenste
bladen worden verwijderd. Hierdoor is de werkbreedte kleiner.
46