Anleitung TKS 18-250 UV SPK1
werkstukken zeker een schuifstok (3) (breedte
kleiner dan 120 mm). De schuifstok of de
handgreep voor een schuifstok moet bij niet-
gebruik steeds aan de machine worden
bewaard.
Zaag geen werkstukken die te klein zijn om ze
veilig met de hand te kunnen vasthouden.
Let op: Uitsnijdingen mogen met deze zaag niet
worden uitgevoerd.
U staat tijdens het zagen altijd aan de zijkant
van het zaagblad.
De machine niet belasten zodat ze tot stilstand
komt.
Druk het werkstuk altijd hard tegen de werkplaat
(1).
Let er goed op dat afgesneden stukken hout niet
door de tandkrans van het zaagblad worden
gegrepen en weggeslingerd.
Verwijder nooit losse splinters, zaagsel of
vastgeklemde stukken hout terwijl het zaagblad
draait.
Schakel de machine uit alvorens storingen te
verhelpen of vastgeklemde stukken hout te
verwijderen. - Netstekker trekken -
Bij een uitgesleten zaagspleet het tafelinzetstuk
(6) vervangen. - Netstekker trekken -
Vóór montage-, instel- meet- en
schoonmaakwerkzaamheden telkens zeker de
motor uitschakelen. - Netstekker trekken -
Controleer of sleutels en instelgereedschappen
zijn verwijderd alvorens de machine in te
schakelen.
Bij het verlaten van de werkplaats de motor
uitschakelen en de netstekker uit het stopcontact
trekken.
Alle bescherm- en veiligheidsinrichtingen
moeten aan het einde van een herstelling of
onderhoud onmiddellijk terug worden
gemonteerd.
De veiligheids-, werk- en
onderhoudsvoorschriften van de fabrikant alsook
de afmetingen vermeld onder "Technische
gegevens" dienen in acht te worden genomen.
De desbetreffende voorschriften ter voorkoming
van ongevallen en de andere algemeen erkende
veiligheidsregelen moeten worden nageleefd.
Voorlichtingsbladen van de
ongevallenverzekering in acht nemen (VBG 7j).
Sluit telkens bij het werken met de zaag de
stofzuiginstallatie aan. Bij het zagen van hout
dienen cirkelzagen op een stofverzamelinrichting
te worden aangesloten. De bedieningspersoon
moet worden ingelicht over de omstandigheden
die het vrijkomen van stof beïnvloeden, b.v.
soort te bewerken materiaal (opsporing en bron),
de betekenis van plaatselijke afscheiding en de
20.06.2006
13:29 Uhr
Seite 33
correcte instelling van
kappen/geleideplaten/geleidingen.
Zaag enkel met een gepaste afzuiginstallatie of
een in de handel gebruikelijke industriestofzuiger
gebruiken om verwondingen door
wegslingerende zaagafval te voorkomen.
De tafelcirkelzaag dient te worden aangesloten
op een 230 V stopcontact met randaarding dat
door een zekering van minstens 10 A beveiligd
is.
Gebruik geen machines met een laag vermogen
voor zwaar werk.
Gebruik de kabel niet voor doeleinden waarvoor
hij niet is bedoeld !
Zorg voor een veilige stand en bewaar steeds
uw evenwicht.
Controleer het gereedschap op eventuele
beschadigingen !
Veiligheidsinrichtingen of licht beschadigde
onderdelen zorgvuldig op hun behoorlijke en
reglementaire werkwijze controleren alvorens
het gereedschap verder te gebruiken.
Controleer of de beweegbare onderdelen naar
behoren functioneren en niet klem zitten alsook
of onderdelen beschadigd zijn. Alle onderdelen
moeten correct gemonteerd zijn en alle
voorwaarden vervullen om de behoorlijke
werkwijze van het gereedschap te waarborgen.
Beschadigde veiligheidsinrichtingen en
onderdelen dienen deskundig door een erkende
vakwerkplaats te worden hersteld of vervangen
behalve in deze gebruiksaanwijzing anders
vermeld.
Laat beschadigde schakelaars door een
klantendienst-werkplaats vervangen.
Dit gereedschap beantwoordt aan de
desbetreffende veiligheidsvoorschriften.
Herstellingen mogen enkel door een
elektrovakman worden uitgevoerd door originele
wisselstukken te gebruiken, anders kunnen
ongelukken voor de gebruiker ontstaan.
Indien nodig, gepaste persoonlijke
beschermingsmiddelen dragen. Die kunnen
behelzen:
- gehoorbeschermer om het risico te vermijden
hardhorig te worden;
- ademhalingsbescherming om het risico te
vermijden gevaarlijk stof in te ademen.
- Bij het hanteren met zaagbladen en ruwe
materialen handschoenen dragen. Zaagbladen
moeten in een doos worden gedragen wanneer
ze maar bruikbaar is.
De bedieningspersoon moet worden ingelicht
over omstandigheden die het opwekken van
lawaai beïnvloeden (b.v. zaagbladen die
geconstrueerd zijn om de geluidsontwikkeling
NL
33