52
Deutsch
INSTANDHALTUNG
ACHTUNG! – Tragen Sie bei den Wartungsarbeiten stets
Schutzhandschuhe. Führen Sie keine Wartung bei warmem Motor
aus.
LUFTFILTER
Bei deutlichem Rückgang der Motorleistung muss kontrolliert werden, ob
der Luftfilter (C, Abb. 48). Wenn er verstopft oder beschädigt ist, muss der
Luftfilter ersetzt werden. Vor Einbau des neuen Filters muss der gröbste
Schmutz an der Innenseite des Deckels und am Bereich um den Filter
entfernt werden.
KRAFTSTOFFILTER
Der Kraftstoffilter muß regelmäßig überprüft werden; ein verschmutzter
Filter bewirkt Startschwierigkeiten und Leistungsverlust. Der Filter wird
zwecks Reinigung durch die Einfüllöffnung des Kraftstoffes herausgezogen;
bei starker Verschmuntzung muß er gewechselt werden (Abb. 49)
MOTOR
Die Rippen des Zylinders müssen regelmäßig mit einem Pinsel oder mit
Druckluft gereinigt werden (Abb. 50). Sollte sich Schmutz am Zylinder
ansammeln, kann das zu Überhitzung und Motorschäden führen.
FUNKENABLEITBLECHES
Das Funkenableitblech muß von Zeit zu Zeit überprüft und gereinigt
werden. Dazu gehört vor allem:
- Prüfung des Bleches auf Risse, Löcher, Dellen und andere
Beschädigungen. Im Bedarfsfall austauschen;
- Prüfung des gesamten Systems auf Ansammlungen oder
Verstopfungen mit Steinen oder Holzabrieb. Reinigen Sie das System
mit Schraubenzieher oder Druckluft.
Muss das Blech ausgetauscht werden, sollten Sie das gesamte Bauteil
mit der Teilenummer 61170053A (Abb.54).
ZÜNDKERZE
Die Zündkerze muß regelmäßig gereinigt und der Zündabstand der
Elektroden überprüft werden (Abb. 51). Eine Zündkerze NGK CMR7H
bzw. einer anderen Marke mit gleichwertigem Wärmewert verwenden.
KEGELRADGETRIEBE
Alle 30 Arbeitsstunden die Schraube (A, Abb. 52) auf dem kegelradgetriebe
abnehmen und den Stand des Schmierfettes kontrollieren. Qualitäts-
Schmierfett auf Molybdänbisulfid Basis benutzen (Abb. 53).
Español
MANTENIMIENTO
¡ATENCIÓN! - Durante las operaciones de mantenimiento,
utilice siempre guantes de protección. No efectúe trabajos de
mantenimiento con el motor caliente.
FILTRO DE AIRE
Si la potencia del motor disminuye marcadamente, controlar si el filtro de
aire (C, Fig. 48). Sostituirlo si está obstruido o dañado. Antes de montar
el nuevo filtro, limpiar la cara interna de la tapa y de la zona alrededor del
filtro.
FILTRO DEL COMBUSTIBLE
Controle periodicamente el estado del filtro del combustible. Un filtro
sucio crea dificultades en el arranque y disminuye las prestaciones del
motor. Para efectuar la limpieza del filtro, quítelo por el agujero de carga
combustible; en caso de excesiva suciedad, cámbielo (Fig. 49).
MOTOR
Limpie periodicamente las aletas del cilindro con un pincel o con aire
comprimido (Fig. 50). La acumulación de impurezas sobre el cilindro
puede provocar sobre calentamientos dañinos para el buen
funcionamiento del motor.
SISTEMA ANTICHISPA
El sistema antichispa requiere de un mantenimiento y limpieza regulares
y escrupulosos, especialmente en lo referido a los siguientes aspectos:
- Verifique regularmente la pantalla antichispa y sustitúyala por otra en
caso de aparición de algún orificio, deformación o curvatura.
- Compruebe con cuidado si hay restos de polvo, desechos o materia
orgánica en contacto con las piezas del dispositivo antichispa; límpielo
con frecuencia utilizando aire comprimido o alguna herramienta
adecuada.
En caso de tener que cambiar la pantalla, solicite la pieza número
61170053A (Fig.54).
BUJIA
En caso de encendido defectuoso o funcionamiento irregular, extraiga la
bujía, límpiela y sustitúyala, prestando atención a la distancia de los
electrodos (Fig. 51). Utilizar bujía NGK CMR7H o de otra marca con
grado térmico equivalente.
PAR CONICO´
Cada 30 horas de trabajo, quite los tornillos (A, Fig. 52) del par cónico y
controle el nivel de la grasa. Utilice grasa de calidad al bisulfuro de
molibdeno (Fig. 53).
54
Nederlands
ONDERHOUD
LET OP! – Draag altijd veiligheidshand-schoenen tijdens het
plegen van onderhoud. Verricht nooit onderhoud bij warme motor.
LUCHTFILTER
Als het motorvermogen gevoelig afneemt, moet worden gecontroleerd of
het luchtfilter (C, Fig. 48). Vervang hem als hij verstopt of beschadigd is.
Alvorens het nieuwe filter te monteren, moet het grofste vuil worden
verwijderd uit de binnenzijde van het deksel en uit het gebied rondom het
filter.
BENZINEFILTER
Controleer het benzinefilter regelmatig op vervuiling. Een vuil filter
veroorzaakt slecht starten en minder vermogen. Om het filter te reinigen
dient u als volgt te werk te gaan. Verwijder het filter via de vulopening.
Vervang het indien het vuil is (Fig. 49).
MOTOR
Reinig de koelribben van de cilinder (Fig. 50) indien nodig met een borstel
op perslucht. Oververhitting kan veroorzaakt worden door het niet tijdig
reinigen van de cilinder.
VONKENVANGERSYSTEEM
Het vonkenvangersysteem heeft regelmatige en zorgvuldige onderhoud-
en schoonmaakbeurten nodig, met name dient u:
- het vonkenvangerscherm regelmatig te controleren en het te vervangen
als er gaten, deuken en vervormingen ontstaan;
- zorgvuldig na te gaan of stof, puin of organische stoffen met onderdelen
van het vonkenvangersysteem in contact komen; maak deze vaak met
schoonmaakmiddelen of perslucht schoon.
Als het scherm vervangen moet worden, bestel dan a.u.b. het gehele
binnenste deel onder nummer 61170053A (Fig.54) .
BOUGIE
Reinig de bougie indien nodig (Fig. 51) en controleer de elektrode-afstand.
Gebruik een NGK CMR7H bougie of een bougie van een ander merk met
een equivalent thermisch bereik.
TANDWIELHUIS
Na elke 30 werkuren, de schroef (A, Fig. 52) verwijderen en de hoeveelheid
vet controleren. Gebruik een hoge kwaliteit molybdeen disulfide vet (Fig.
53).
27