Levensgevaarlijk voor baby's en kinderen. Laat kinderen nooit spelen met onderdelen of
bevestigingsdelen; deze kunnen worden ingeslikt en leiden tot verstikking.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (met inbegrip van kinderen) met verminderde
lichamelijke, zintuiglijke of mentale vaardigheden of die onvoldoende ervaring en/of kennis hebben,
tenzij zij onder het toezicht staan van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of tenzij zij
van deze persoon instructies krijgen over het gebruik van dit apparaat. Kinderen moeten onder toezicht
staan om ervoor te zorgen dat zij niet met het apparaat spelen.
De producent is niet verantwoordelijk voor schade, veroorzaakt door:
* Foute aansluiting en/of bediening.
* Externe krachten, schade aan het apparaat en/of schade aan de onderdelen van het apparaat,
veroorzaakt door een mechanische impact of door overbelasting.
* Elk type wijziging van het apparaat.
* Gebruik van het apparaat voor doeleinden die niet zijn beschreven in deze handleiding.
* Gevolgschade, veroorzaakt door oneigenlijk en/of onjuist gebruik en/of defecte accu's.
* Vocht en/of onvoldoende ventilatie.
* Onbevoegd openen van het apparaat. Dit annuleert de garantie.
Veiligheidsaanwijzingen voor de oplader:
1. BEWAAR DEZE INSTRUCTIES: deze handleiding bevat belangrijke veiligheids- en bediening-
sinstructies voor de acculader.
2. Lees voordat u de acculader gebruikt alle instructies en veiligheidswaarschuwingen op de acculader
en de accu.
3. Niet-herlaadbare batterijen kunnen met deze acculader niet worden opgeladen.
4. Tijdens het opladen moet de accu op een goed verluchte plaats worden gezet. Houd de werkplek
netjes om het risico op brand, elektrische schokken en ontploffing te verminderen. De oplader en de
accu tijdens het opladen niet met een doek bedekken.
5. De acculader bevat onderdelen die tijdens het gebruik vlambogen en vonken kunnen veroorzaken.
WAARSCHUWING: Explosieve gassen. Vermijd vlammen en vonken. Zorg tijdens het opladen voor
goede verluchting.
6. Alleen gebruiken in een goed verluchte ruimte, om brand of ontploffing te vermijden. Het is verboden
om tijdens het opladen de motor te starten of te ontsteken of andere gevaarlijke handelingen uit te
voeren. Niet opladen in een garage of andere gesloten ruimte. Zorg tijdens het opladen voor goede
verluchting.
7. De batterij- of accuklemmen nooit aanraken wanneer het apparaat is aangesloten op een
wisselstroombron.
8. Een stroombron gebruiken waarvan de spanning overeenkomt met de spanning op het typeplaatje
van de oplader.
9. Controleer de ingangsspanning (230 volt ~ 50 Hz) en zorg ervoor dat deze overeenkomt met de
netspanning, anders kan dit de oplader beschadigen.
10. Als u een verlengkabel gebruikt, moet de kabeldiameter voldoende zijn voor de stroom die de
oplader nodig heeft.
11. Nooit accu's opladen in de nabijheid van ontvlambare vloeistoffen of gassen.
12. Het apparaat nooit kortsluiten of de in- en uitgangen van het apparaat verbinden met metalen
voorwerpen. Gebruik alleen de meegeleverde aansluitkabels om het apparaat op de accu aan te sluiten.
13. Er altijd voor zorgen dat de oplader uit het stopcontact is gehaald wanneer u deze met een accu
verbindt of ervan loskoppelt.
18
NL
OVER 40 YEARS OF GERMAN TECHNOLOGY