Makita 2416S Manuel D'instructions page 12

Toepasselijke schijfafmetingen
Schijfconfiguratie
90° afkorten
Max. slijpdikte
45° afkorten
De slijphoek instellen (Fig. 7)
Om de slijphoek te veranderen, draait u met behulp van
de dopsleutel de zeskantbouten los, zoals aangegeven in
de afbeelding, en verplaatst u de geleider naar de
gewenste hoek. In de stand 60 – 230 mm (2-3/8" – 9"),
kan de geleider niet schuin geplaatst worden om onder
een hoek van 45° te slijpen.
LET OP:
• Draai de zeskantbouten stevig vast.
INEENZETTEN
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en zijn
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens enig
werk aan het gereedschap uit te voeren.
De doorslijpschijf aanbrengen (Fig. 8 en 9)
1. Om een schijf aan te brengen, draait u de vleugel-
bout los en tilt u met de knop de middenkap op.
2. Duw de stopper in de richting van de pijl. Draai met
behulp van de dopsleutel de zeskantbout los door
deze linksom te draaien. Verwijder tenslotte de
zeskantbout, de buitenflens en de schijf.
3. Om de schijf aan te brengen, volgt u de verwijde-
ringsprocedure in omgekeerde volgorde. ZORG
ERVOOR DAT U DE ZESKANTBOUT STEVIG
VASTDRAAIT. Zet de middenkap stevig vast met de
vleugelbout.
LET OP:
• Controleer bij het aanbrengen van de schijf dat het
Makita-logo op de schijf naar buiten wijst.
• Gebruik uitsluitend de Makita-dopsleutel voor het aan-
brengen en verwijderen van de schijf.
De dopsleutel opbergen (Fig. 10)
De dopsleutel kan handig worden opgeborgen op de
plaats aangegeven in de afbeelding.
Vastzetten van werkstukken (Fig. 11)
Door de klemhendel linksom te draaien en dan de klem-
moer naar links te draaien, komt de klem los van de ass-
chroefdraad en kan hij snel in en uit worden bewogen.
Om een werkstuk vast te zetten, drukt u de klemhendel
in tot de klemplaat het werkstuk raakt. Draai dan de
klemmoer naar rechts en draai de klemhendel rechtsom
om het werkstuk vast te zetten.
LET OP:
• Draai de klemmoer altijd volledig naar rechts om het
werkstuk vast te zetten. Wanneer u dit niet doet, zal het
werkstuk niet goed vastzitten. Hierdoor kan het werk-
stuk worden weggeslingerd of kan een gevaarlijke
schijfbreuk worden veroorzaakt.
12
buitendiameter van 405 mm (16") x minder dan 4,5 mm (3/16") x binnendiameter
a
a
115 mm 120 mm
(4-1/2") (4-3/4")
115 mm 110 mm
(4-1/2") (4-3/8")
van 25,4 mm (1")
a
a
80
230 mm
(9")
110 mm
(4-3/8")
Wanneer de afkortschijf aanzienlijk is versleten, plaatst u
een hard, onontvlambaar afstandsstuk achter het werk-
stuk zoals afgebeeld in Fig. 12. Met een versleten schijf
krijgt u de beste resultaten door het middenpunt op de
omtrek van de schijf te gebruiken voor het snijden van
het werkstuk. (Fig. 12)
Lange werkstukken dienen aan beide kanten te worden
ondersteund door blokjes onontvlambaar materiaal,
zodat het werkstuk horizontaal op het voetstuk blijft rus-
ten. (Fig. 13)
BEDIENING
Houd de handgreep stevig vast. Schakel het gereedsc-
hap in en wacht tot de schijf op volle toeren draait. Laat
dan de schijf langzaam op het werkstuk zakken. Wan-
neer de schijf het werkstuk raakt, oefent u geleidelijk aan
meer druk uit op de handgreep voor het maken van de
snede. Nadat de snede is gemaakt, schakelt u het
gereedschap uit en WACHT TOTDAT DE SCHIJF
VOLLEDIG TOT STILSTAND IS GEKOMEN alvorens de
handgreep naar zijn hoogste positie terug te brengen.
LET OP:
• De juiste druk op de handgreep en de maximale snij-
efficiëntie kunt u bepalen aan de hand van de hoeveel-
heid gemaakte vonken. U dient de druk op de
handgreep zo te regelen dat de maximale hoeveelheid
vonken wordt geproduceerd. Oefen geen overmatige
druk uit op de handgreep, aangezien de snij-efficiëntie
hierdoor kan verminderen en vroegtijdige slijtage van
de schijf alsmede mogelijke beschadiging van het
gereedschap, de afkortschijf of het werkstuk kunnen
worden veroorzaakt.
ONDERHOUD
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens
inspectie of onderhoud aan het gereedschap uit te
voeren.
• Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol en
dergelijke. Hierdoor kunnen verkleuring, vervormingen
en barsten worden veroorzaakt.
a
a
110
185 mm 150 mm
(7-1/4") (5-7/8")
110 mm 110 mm
(4-3/8") (4-3/8")
a