Télécharger Imprimer la page

EINHELL GP-LCS 36/400 Li Instructions D'origine page 122

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 37
kerfsnede (1) uitvoeren. Daardoor wordt voor-
komen dat de zaagketting of de geleiderail bij
het uitvoeren van de tweede kerfsnede beklemd
raakt.
Velsnede maken (fi g. 17)
Met de velsnede minstens 50 mm boven de
horizontale kerfsnede beginnen. De velsnede
(B) evenwijdig met de horizontale kerfsnede
doorvoeren. De velsnede enkel tot een diepte
zagen zodat nog een tussenstuk (vellijst) (D) blijft
staan dat als scharnier kan dienen. Het scharnier
voorkomt dat de boom draait en de verkeerde
richting op neervalt. Zaag het scharnier niet door.
Als de velsnede het scharnier nadert gaat de
boom normaal beginnen neer te vallen. Mocht het
blijken dat de boom mogelijk niet in de gewenste
valrichting (C) neervalt of naar achteren terug-
neigt en de zaagketting vastklemt, de velsnede
onderbreken en wiggen van hout, kunststof of
aluminium gebruiken om de snede te openen en
de boom in de gewenste vallijn te doen omvallen.
Zodra de boom begint te vallen, de kettingzaag uit
de snede verwijderen, uitschakelen, neerzetten
en de gevarenzone via de geplande vluchtweg
verlaten. Op neervallende takken letten en niet
struikelen.
Onttakken
Hieronder verstaat men het verwijderen van de
takken van de gevelde boom. Bij het onttakken
laat u grotere omlaag wijzende takken waarop
de boom rust voorlopig staan tot de stam is
doorgezaagd. Kleinere takken volgens fi g. 18 (A
= snijrichting bij het onttakken, B = van de grond
verwijderd houden! Steunende takken laten staan
tot de stam is doorgezaagd) van beneden naar
boven met één snede afzagen. Takken die onder
spanning staan moeten van beneden naar boven
worden afgezaagd om te voorkomen dat de zaag
beklemd raakt.
Boomstam afkorten
Hieronder verstaat men het in stukken zagen
van de gevelde boom. Let er goed op dat u veilig
staat en dat uw lichaamsgewicht gelijkmatig op
beide voeten is verdeeld. Het is aan te bevelen
onder de stam, indien mogelijk, takken, balken of
wiggen te plaatsen om hem te steunen. Neem de
eenvoudige aanwijzingen voor het gemakkelijk
zagen in acht.
Als de boomstam over de hele lengte gelijkmatig
op de grond ligt, zoals in fi g. 19 getoond, zaagt u
van boven naar beneden. Let er wel op dat u niet
in de grond snijdt.
Anl_GP_LCS_36_400_Li_Solo_SPK13.indb 122
Anl_GP_LCS_36_400_Li_Solo_SPK13.indb 122
NL
Als de boomstam aan een uiteinde op de grond
rust, zoals getoond in fi g. 20, zaagt u eerst 1/3
van de stamdiameter vanaf de onderkant (A) om
het splinteren te voorkomen. De tweede snede
van boven (2/3 diameter) op hoogte van de eerste
snede uitvoeren (B) (om te voorkomen dat de
zaag beklemd raakt).
Als de boomstam aan beide uiteinden op de
grond rust, zoals getoond in fi g. 21, zaagt u eerst
1/3 van de stamdiameter vanaf de bovenkant
om het splinteren te voorkomen (A). De tweede
snede van beneden (2/3 diameter) op hoogte van
de eerste snede (B) uitvoeren (om te voorkomen
dat de zaag beklemd raakt).
Bij zaagwerkzaamheden op een helling dient u al-
tijd hoger te staan dan de boomstam, zoals in fi g.
15 getoond. Om op het moment van het doorza-
gen de volledige controle te behouden vermindert
u tegen het einde van de snede de aandrukkracht
zonder de vaste greep aan de handvaten van de
kettingzaag te lossen. Let er goed op dat de zaag-
ketting niet de grond raakt.
Na het afmaken van de snede wacht u af tot de
zaagketting stilstaat voordat u de kettingzaag
daar verwijdert. Schakel de motor van de ketting-
zaag altijd uit voordat u van een boom naar de
andere gaat.
7.3 Terugstoot
Onder terugstoot verstaat men het plots omhoog-
of terugschieten van de draaiende kettingzaag.
De oorzaken zijn meestal het raken van het
werkstuk met de top van het zwaard of het be-
klemd raken van de zaagketting.
Bij een terugstoot doen zich onverhoeds grote
krachten voor. Daardoor reageert de kettingzaag
meestal ongecontroleerd. Het gevolg zijn vaak
zwaarste letsels bij de werkman of bij personen in
de omgeving. Vooral bij zijdelingse sneden, als-
mede bij schuine sneden en langssneden is het
gevaar voor een terugstoot bijzonder groot omdat
de klauwaanslag niet kan worden ingezet. Vermi-
jdt daarom zoveel mogelijk dergelijke sneden uit
te voeren en werk bijzonder voorzichtig als ze niet
te vermijden zijn!
Het gevaar voor een terugstoot is het grootst
als u de zaag in de zone rond de top van het
zwaard aanzet omdat daar de hefboomwerking
het sterkst is (fi g. 22). Zet de zaag daarom altijd
zo vlak mogelijk en dichtbij de klauwaanslag aan
(fi g. 23).
- 122 -
10.05.2023 14:17:33
10.05.2023 14:17:33

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

45.017.88