RIChTLIJNeN ONDeRhOuD eN VeRZORING
Montage van het achterwiel
Plaats het achterwiel in het
achterframe, en let erop dat de
schakelkabels niet klem komen
te zitten.
5
Schuif een onderlegring (1)
die het verdraaien van de as
tegengaat op de beide uiteinden
van de as. De gekartelde rand in
de onderlegringen moeten tegen
NL
de uitvaleinden van het frame
worden geduwd. De rechthoekige
opstaande rand moet in het
uitvaleinde van het frame vallen.
Monteer de asmoeren (2).
Aanhaalmoment 30 - 40 Nm
(266 - 350 in-lbs).
Bij roller brake-applicaties:
monteer de roller brake
volgens de voorschriften
van de fabrikant.
Onjuiste montage van de rin-
gen die het draaien van de as
tegengaan, leidt tot schade aan
de naaf en de uitvaleinden.
Te strak aanhalen kan de
onderdelen beschadigen. Bij
te weinig aanhalen kan de as
verschuiven in de vorkeinden.
Monteer het bevestigingsma-
6
teriaal voor de schakelkabel door
de stappen A, B en C te doorlopen.
Controleer of de veerhaak
goed vastgeklemd zit.
Druk niet op het verende
gedeelte van de OD-haak (3)
bij het dichtmaken.
4
5
1
2
Boss
6
B
C
1
A
3