geluidsregeling in een studio tijdens een opname zoals voor een hoofdtelefoon. De EFF regelt het niveau dat elke
kanaal naar de interne DSP (Digital Sound Processor) zendt.
6. PAN-regeling
De PAN-regeling plaatst de uitgang van een kanaal in het stereobeeld van de mix. Het toestel zorgt ervoor dat er
zich geen discrepanties in het niveau voorkomen, of een signaal nu langs een kant, centraal of ergens tussenin
staat.
7. PEAK-aanduiding
De PEAK-aanduiding licht op wanneer een kanaal overstuurt. Het toestel neemt een piek waar na de EQ, licht op
3dB voor de vervorming en waarschuwt u wanneer het signaal wordt overstuurd. Zorg dat de PEAK-aanduiding
niet oplicht uitgenomen af en toe tijdens een mix. Licht de aanduiding op een constante basis, verminder de
ingangsversterking door middel van de TRIM-regeling (3).
8. CHANNEL GAIN-regeling
De GAIN-regeling bepaalt het niveau van het uitgangssignaal naar de master mix bus. De mengtafel is niet
voorzien van een PFL-functie. Om elk apart kanaal op versterking te testen, draai de gain-knop van alle andere
kanalen toe (naar links) en stel de regelknop van zowel het gewenste kanaal als die van de MASTER MIX (29) op
nulversterking (0dB). De LED-meter (21) zou 0dB moeten aanwijzen.
STEREO ingangskanaal (fig. 2)
4. EQUALIZER
De equalizer van de stereo kanalen werken zoals de equalizer van de mono kanalen. De linkse en de rechtse
signalen worden op dezelfde manier beïnvloed. Gebruik eerder een stereo equalizer dan twee mono equalizers
wanneer u een stereo signaal wenst te mixen. Zo vermijdt u mogelijke discrepanties tussen de linkse en de
rechtse instellingen.
5. AUX / EFF SEND
Identiek als de mono kanalen. Een mono som wordt van de stereo ingang genomen.
8. CHANNEL GAIN-regeling
De GAIN-regeling bepaalt het niveau van het uitgangssignaal naar de master mix bus. De mengtafel is niet
voorzien van een PFL-functie. Om elk apart kanaal op versterking te testen, draai de gain-knop van alle andere
kanalen toe (naar links) en stel de regelknop van zowel het gewenste kanaal als die van de MASTER MIX (29) op
nulversterking (0dB). De LED-meter (21) zou 0dB moeten aanwijzen.
9. LINE IN
Elk stereokanaal beschikt over twee gebalanceerde LINE-ingangen langs 1/4" TRS jack-aansluitingen voor het
linkse en het rechtse kanaal (tip = positief (+), ring = negatief (-), huls = aarding). Gebruikt u enkel de aansluiting
"L" (links), dan werkt het kanaal in mono. De stereokanalen zijn ontworpen om typische signalen aan te pakken.
De ingangssignalen naar deze jack-aansluitingen kunnen gebalanceerd of niet-gebalanceerd zijn.
10. BAL-regeling
Deze regeling werkt op dezelfde manier als de PAN-regeling (6) voor een mono-ingang naar de L (MONO)
ingang. Wanneer een kanaal echter in stereo functioneert, dan werkt deze knop als een balansregeling tussen
het linker- en rechterkanaal. Voorbeeld: Draai de BAL-regeling volledig naar rechts om enkel het rechtse gedeelte
van een stereosignaal hoorbaar te maken.
MASTER-gedeelte (zie fig. 3 & 4)
11. STEREO AUX RETURNS (LEFT / MONO, RIGHT)
De AUX RETURN-aansluitingen zijn de mono of stereo retours voor de AUX SEND. Wanneer u een signaal enkel
koppelt aan de LEFT / MONO RETURN-aansluiting, dan zal de AUX RETURN in mono functioneren en het
signaal naar de AUX RETURN-regeling (19) gestuurd worden waarna het wordt gemixt in de links en rechtse
MASTER MIX stereo-uitgangen (13). De afzonderlijke linkse en rechtse retouraansluitingen zijn meegeleverd
zodat u stereosignalen zoals deze van een stereo effectprocessor kunt gebruiken. De linkse en rechtse signalen
worden naar de AUX RETURN-regeling (19) gestuurd en gemixt in de linkse en rechtse STEREO OUT (13) terwijl
er nog steeds stereoscheiding aanwezig is.
12. AUX SEND
De AUX SEND is een uitgang voor het signaal afkomstig van de AUX / EFF-regeling (5) en gezonden door de
AUX SEND-regeling (18). Deze zijn niet-gebalanceerde 1/4" phone-pluggen (tip = positief (+), huls = aarding).
PROMIX66/88
9
VELLEMAN