Installatie
! Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele toekomstige
raadpleging. Wanneer u het product weggeeft, verkoopt of
wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat te bewaren
zodat alle nodige informatie voorhanden blijft.
! Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig door: er staat
belangrijke informatie in over installatie, gebruik en veiligheid.
Plaatsen en aansluiten
Plaatsen
1. Plaats het apparaat in een goed geventileerd en droog vertrek.
2. Laat de ventilatieroosters aan de achterzijde vrij: de compressor
en de condensator geven warmte af en vereisen een goede
ventilatie om goed te functioneren en het elektriciteitsverbruik te
beperken.
3. Laat een afstand van minstens 10 cm vrij tussen de bovenkant
van het apparaat en eventuele bovenstaande meubels. Laat
ook een afstand van minstens 5 cm tussen de zijkanten en
nevenstaande meubels/wanden.
4. Houdt het apparaat ver van hittebronnen vandaan (direct
zonlicht, elektrisch gasfornuis).
5. Om de juiste afstand tussen het apparaat en de achterwand te
behouden, moet u de afstandhouders monteren die zich in de
installatiekit bevinden, volgens de instructies op het speciale
instructieblad.
Nivellering
1. Plaats het apparaat op een rechte en stevige vloer.
2. Mocht de vloer niet volledig horizontaal zijn, draai dan aan de
verstelbare pootjes aan de voorkant om het apparaat waterpas
te krijgen.
Elektrische aansluiting
Zet het apparaat na het transport verticaal en wacht minstens 3 uur
voordat u het aansluit aan het elektriciteitsnet. Voordat u de stekker
in het stopcontact steekt, dient u zich ervan te verzekeren dat:
• het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen;
• het stopcontact in staat is het maximale vermogen van het
apparaat te dragen, zoals aangegeven op het typeplaatje dat
zich onderin links in het koelgedeelte bevindt (bv. 150 W);
• de spanning zich bevindt tussen de waarden die staan
aangegeven op het typeplaatje, dat zich onderin links bevindt
(bv. 220-240 V);
• het stopcontact en de stekker overeenkomen.
Als dat niet het geval is, dient een erkende monteur de stekker
te vervangen (zie Service); gebruik geen verlengsnoeren of
dubbelstekkers.
! Wanneer het apparaat geïnstalleerd is, moeten het snoer en het
stopcontact makkelijk te bereiken zijn.
! Het snoer mag niet worden gebogen of samengedrukt.
! Het snoer moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd en mag
alleen door erkende monteurs worden vervangen (zie Service).
! De fabrikant kan niet verantwoordelijkheid worden gesteld als
deze normen niet worden nageleefd.
Starten en gebruik
Het inschakelen van de koel-/vrieskast
! Na het transport plaatst u het apparaat verticaal en wacht u
ongeveer 3 uur voordat u het aansluit op het elektriciteitsnet. Dit is
noodzakelijk om een goede werking te kunnen garanderen.
• Voor u de etenswaren in de koelkast plaatst dient u de
binnenkant goed te reinigen met lauw water en soda.
• Tijdsduur motorbescherming.
Dit model is voorzien van een motorbeschermende controle. Maakt
u zich dus niet ongerust als de compressor niet onmiddellijk
start nadat u het apparaat heeft uitgeschakeld (bijvoorbeeld
voor het reinigen of ontdooien van de vriezer). Hij zal na
ongeveer 8 minuten automatisch weer aanslaan.
Vriesgedeelte
Wanneer het product voor de eerste keer aangezet wordt,
wordt aanbevolen om na het instellen van de gewenste
temperatuur de QUICK FREEZE functie in te schakelen om
het vriesgedeelte sneller te koelen. Het wordt aangeraden om
etenswaren pas na het uitschakelen van de QUICK FREEZE
functie in het vriesgedeelte te plaatsen.
Koelgedeelte
Wanneer het product voor de eerste keer aangezet wordt,
wordt aanbevolen om na het instellen van de gewenste
temperatuur de Speed Cool functie in te schakelen om het
vriesgedeelte sneller te koelen. Het wordt aangeraden om
etenswaren pas na het uitschakelen van de Speed Cool functie
in het vriesgedeelte te plaatsen.
Gebruik van het display
Instellen van de temperaturen:
Als het apparaat aan is zullen de display van de koelkast
en de vriezer de temperaturen tonen die op dat moment zijn
ingesteld. Om ze te wijzigen is het voldoende de toetsen - en
+ in te drukken van het gedeelte waarvan u de temperatuur
wilt aanpassen. Meer in detail: met elke druk op de toetsen
wordt de temperatuur verhoogd of verlaagd, en wordt de
hoeveelheid koude die binnen de ruimte wordt gegenereerd
op een gelijke manier meer of minder. De temperaturen die
u in het koelgedeelte kunt selecteren zijn +8°, +7°, +6°, +5°,
+4°, +3°, +2°, die van de vriezer zijn –18°, -19°,-20°, -21°, -22°,
-23°,-24°,-25°, -26°. Als de functie SUPERKOELING wordt
geactiveerd, kan de temperatuur van de koelkast niet worden
gewijzigd. Als de functie SUPERVRIEZEN wordt geactiveerd,
kan de temperatuur van de vriezer niet worden gewijzigd.
Koelsysteem
No Frost
Het No Frost systeem garandeert een doorlopende koude
luchtstroom die vocht verzamelt en ijsvorming voorkomt: in het
koelgedeelte behoudt het systeem de juiste vochtigheidsgraad
en bewaart het, dankzij de totale afwezigheid van ijs, de
oorspronkelijke eigenschappen van de levensmiddelen. In het
diepvriesgedeelte voorkomt het de ijsvorming, waardoor u het niet
meer hoeft te ontdooien en de etenswaren niet meer aan elkaar vast
blijven zitten.
Zet geen etenswaren of verpakkingen in direct contact
met de achterkant van het apparaat; zo vermijdt u dat de
ventilatieopeningen verstopt raken en er condensvorming
plaatsvindt.
Sluit flessen af en omwikkel etenswaren.
NL
39