Verwijder de rubber afdekking en steek
de adapterstekker in de gelijkstroom-
ingangsaansluiting aan de rechterkant
van de radio. Steek de adapter zelf in een
standaard stopcontact. Bij het aansluiten
van de adapter wordt de accu automatisch
uitgeschakeld. De netspanningsadapter moet
worden losgemaakt van het stopcontact
wanneer deze niet wordt gebruikt.
OPMERKING:
• Bij gebruik met de netspanningsadapter is
het geluid wat zachter dan bij gebruik op
een accu.
• Wanneer de netspanningsadapter storing
veroorzaakt in de AM-ontvangst, moet de
radio meer dan 30 cm verwijderd van de
adapter worden geplaatst.
• Wanneer de netspanningsadapter en de
accu beide zijn aangesloten, heeft de
netspanningsadapter voorrang en zorgt
deze voor de stroomvoorziening. De
stroom van de accu wordt in dit geval niet
gebruikt.
• Dit toestel heeft geen oplaadfunctie.
Wanneer zowel de netspanningsadapter
als de accu zijn aangesloten, betekent dit
niet dat de accu wordt opgeladen.
• De netspanningsadapter is alleen bedoeld
voor gebruik met dit product en mag niet
met andere apparatuur worden gebruikt.
Gebruik ook niet de netspanningsadapter
van andere apparatuur met dit product.
IV.
BEDIENING
Bediening van de radio – Automatische
afstemming AM/FM
OPMERKING:
Als het ontvangstsignaal zwak is, kunt u
de radio of antenne proberen te draaien
om een betere ontvangstkwaliteit te
verkrijgen.
1. Houd de aan/ruststand-toets ingedrukt om
de radio in te schakelen.
2. Druk op de geluidsbrontoets totdat "AM" of
"FM" wordt weergegeven.
3. Druk op de afstemknop om te beginnen
met automatische afstemming. De radio
doorloopt de AM/FM-afstemband vanaf de
frequentie die nu wordt aangegeven en
stopt automatisch zodra een zender wordt
gevonden met voldoende signaalsterkte.
4. Na een paar seconden wordt de aanduiding
op het display bijgewerkt. Het display toont
de frequentie van de zender waarop is
afgestemd.
5. Om een andere zender te zoeken, drukt u
opnieuw op de afstemknop.
6. Wanneer het einde van de afstemband
wordt bereikt, wordt het afstemmen hervat
vanaf het tegenovergestelde uiteinde van de
afstemband.
7. Draai aan de volumeregelaar om de
geluidssterkte naar wens in te stellen.
8. Houd de aan/ruststand-toets ingedrukt om
de radio uit te schakelen.
Handafstemming – AM/FM
1. Houd de aan/ruststand-toets ingedrukt om
de radio in te schakelen.
2. Druk op de geluidsbrontoets totdat "AM" of
"FM" wordt weergegeven.
3. Draai aan de afstemknop om op een zender
af te stemmen.
4. Wanneer het einde van de afstemband
wordt bereikt, wordt het afstemmen hervat
vanaf het tegenovergestelde uiteinde van de
afstemband.
5. Gebruik de volumeregelaar om de
geluidssterkte naar wens in te stellen.
Vastleggen van AM/FM-zenders in het
geheugen
Er kunnen 6 zenders van iedere afstemband,
AM en FM, in het geheugen worden
vastgelegd. De bediening is hetzelfde voor
beide afstembanden.
1. Stem op de gewenste radiozender af zoals
hiervoor is beschreven.
2. Houd de gewenste voorkeurzendertoets
(1 t/m 6) ingedrukt totdat de radio een
pieptoon maakt. Naast de frequentie
wordt nu bijvoorbeeld "M1" aangegeven.
De zender wordt met het betreffende
voorkeurzendernummer in het geheugen
vastgelegd. Herhaal deze procedure voor de
andere zenders die u in het geheugen wilt
vastleggen. Indien er reeds een zender op
een bepaalde geheugenplaats is vastgelegd,
wordt deze overschreven bij het uitvoeren
van de bovenstaande procedure.
Oproepen van vastgelegde AM/
FM-voorkeurzenders
1. Druk op de geluidsbrontoets totdat "AM" of
"FM" wordt weergegeven.
2. Druk even kort op de gewenste
voorkeurzendertoets om af te stemmen op
de zender die met die toets in het geheugen
is vastgelegd.
FM-stereo/mono ––––––––––––––––– FM
Als de FM-radiozender waarop is afgestemd
een zwak signaal heeft, kan er ruis hoorbaar
zijn. U kunt de ruis verminderen door over te
schakelen van stereo- naar mono-ontvangst.
1. Druk op de geluidsbrontoets om de
FM-afstemband te kiezen en stem op de
gewenste FM-zender af zoals hiervoor is
beschreven.
- 73 -
NL