14. Schakel het apparaat altijd uit en sluit de
wateraanvoer wanneer u de hogedrukreiniger
onbeheerd achterlaat.
15. Wees bedacht op de terugslag. Het spuitpis-
tool slaat terug wanneer de hogedrukstraal uit
de spuitmond komt. Houd het spuitpistool ste-
vig vast om onverwacht letsel te voorkomen.
16. Controleer op beschadigde of versleten onder-
delen vóór gebruik. Verzeker u er tevens van
dat de slang correct is aangesloten en tijdens
gebruik niet lekt. Het gebruik van een gebrekkig
werkend apparaat, kan leiden tot ongevallen.
17. Dit apparaat is ontworpen voor gebruik met het
reinigingsmiddel dat is bijgeleverd of wordt aan-
bevolen door de fabrikant. Het gebruik van andere
reinigingsmiddelen of chemicaliën kan de veilig-
heid van het apparaat nadelig beïnvloeden.
18. Trek niet aan de slang om de hogedrukreiniger
te verplaatsen. Hierdoor zal de slang en aange-
sloten onderdelen worden beschadigd, en zal
kortsluiting of een defect ontstaan.
19. Plaats geen zware voorwerpen op de slang en
laat er geen voertuigen over rijden.
20. Laat altijd de restdruk in het spuitpistool af
voordat u de slang loskoppelt.
21. Wanneer u de slang aansluit op het waterlei-
dingnet, houdt u zich aan de instructies van
het waterleidingbedrijf.
22. Als de hogedrukreiniger valt of tegen een hard
voorwerp wordt gestoten, moet u hem controle-
ren op beschadigingen en barsten. Het gebruik
van een beschadigde hogedrukreiniger kan leiden
tot rookontwikkeling, brand of een elektrische schok,
waardoor persoonlijk letsel kan ontstaan.
23. Tijdens gebruik van hogedrukreinigers kunnen
aerosolen worden gevormd. Het inhaleren van
aerosolen kan gevaarlijk zijn voor de gezondheid.
24. Afhankelijk van de toepassing kunnen afge-
schermde spuitmonden worden gebruikt voor
reinigen met hoge druk, waarmee de uitstoot
van waterhoudende aerosolen dramatisch
wordt verlaagd. Echter, niet alle toepassin-
gen maken het gebruik van een dergelijk
apparaat mogelijk. In het geval afgeschermde
spuitmonden niet toegepast kunnen worden
als bescherming tegen aerosolen, kan een
ademhalingsmasker van klasse FFP 2 of gelijk-
waardig noodzakelijk zijn, afhankelijk van de
omgeving waarin wordt gereinigd.
25. De werkgever moet een risicobeoordeling
uitvoeren om de noodzakelijke beschermings-
maatregelen tegen aerosolen vast te stellen,
afhankelijk van het te reinigen oppervlak en de
omgeving daarvan. Een ademhalingsmasker
van klasse FFP 2, of minimaal gelijkwaardig
alternatief, is geschikt als bescherming tegen
waterhoudende aerosolen.
26. Voorkom onbedoeld starten. Controleer of
de schakelaar in de uit-stand staat alvorens
de accu aan te brengen, het apparaat op te
pakken of te dragen. Door het apparaat te dra-
gen met uw vinger op de schakelaar, of door het
apparaat op een voeding aan te sluiten terwijl de
schakelaar aan staat, neemt de kans op ongeval-
len sterk toe.
27. Haal de accu uit het apparaat voordat u afstel-
lingen maakt, hulpstukken vervangt, of het
apparaat opbergt. Dergelijke preventieve vei-
ligheidsmaatregelen verkleinen de kans dat het
apparaat per ongeluk wordt ingeschakeld.
28. Probeer niet het apparaat of de accu te wijzi-
gen of te repareren, behalve zoals aangegeven
in de instructies voor gebruik en verzorging.
29. WAARSCHUWING - Gevaar van inspuiting of
letsel - Richt de waterstraal niet op personen.
Gebruik en verzorging van gereedschap dat op een
accu werkt
Laad alleen op met de acculader aanbevolen
1.
door de fabrikant. Een acculader die geschikt is
voor een bepaald type accu, kan brandgevaar ople-
veren indien gebruikt met een ander type accu.
Gebruik elektrisch gereedschap uitsluitend
2.
met de daarvoor bestemde accu. Gebruik van
andere accu's kan gevaar voor letsel of brandge-
vaar opleveren.
3.
Als de accu niet wordt gebruikt, houdt u deze
uit de buurt van metalen voorwerpen, zoals
paperclips, muntgeld, sleutels, spijkers,
schroeven en andere kleine metalen voorwer-
pen die een kortsluiting kunnen veroorzaken
tussen de accupolen. Kortsluiting tussen de
accupolen kan leiden tot brandwonden of brand.
4.
Onder zware gebruiksomstandigheden kan
vloeistof uit de accu komen. Voorkom aanra-
king! Als u er per ongeluk mee in aanraking
komt, spoelt u het er met water af. Als de vloei-
stof in uw ogen komt, raadpleegt u tevens een
arts. Vloeistof uit de accu kan irritatie en brand-
wonden veroorzaken.
5.
Gebruik geen accu of gereedschap dat
beschadigd of gewijzigd is. Beschadigde of
gewijzigde accu's kunnen onvoorspelbaar gedrag
vertonen dat kan leiden tot brand, explosie of
gevaar van letsel.
6.
Stel een accu of gereedschap niet bloot
aan vuur of buitensporige temperaturen.
Blootstelling aan vuur of temperaturen hoger dan
130 °C kunnen een explosie veroorzaken.
7.
Volg alle oplaadinstructies en laad de accu
of het gereedschap niet op buiten het tem-
peratuurbereik opgegeven in de instructies.
Verkeerd opladen of bij een temperatuur buiten
het opgegeven bereik kan de accu beschadigen
en de kans op brand vergroten.
Onderhoud en reparatie
1.
Volg de onderhoudsinstructies die in deze
gebruiksaanwijzing worden gegeven.
2.
Om de veiligheid van het apparaat te waarbor-
gen, gebruikt u uitsluitend reserveonderdelen
van de fabrikant of goedgekeurd door de
fabrikant.
3.
Laat uw hogedrukreiniger repareren door een
vakbekwame reparateur met gebruikmaking
van uitsluitend identieke vervangingsonder-
delen. Zo bent u ervan verzekerd dat de veilig-
heid van de hogedrukreiniger behouden blijft.
4.
In geval van een defect of storing van de hoge-
drukreiniger, schakelt u deze onmiddellijk uit
en verwijdert u de accu('s). Neem contact op
met u uw plaatselijke dealer of servicecentrum.
73 NEDERLANDS