B
Gebruik van het toestel
Gebruik
Inbedrijfstelling
Zodra het toestel correct geïnstalleerd is, raden wij u aan de binnenzijde te reinigen met lauw
water en een beetje afwasmiddel. Maak geen gebruik van bijtende middelen of schuurpoeder,
aangezien die de afwerking zouden kunnen beschadigen.
Gebruik
Huishoudelijke koelkasten zijn uitsluitend bestemd voor de bewaring van verse
voedingsmiddelen en drank, alsook voor de korte bewaring van diepgevroren producten.
Voedselveiligheid
De stijgende populariteit van kant-enklare maaltijden en andere fragiele voedingsmiddelen
vereist een betere controle over de transport- en bewaartemperatuur van de voedingsmiddelen:
• Plaats de meest fragiele voedingsmiddelen in de koudste zone van het toestel in
overeenstemming met de aanwijzingen in deze handleiding (hoofdstuk 'Temperatuurindicatie').
• Open de deur niet te vaak.
• Stel de thermostaat zodanig in dat de temperatuur daalt. Die afstelling dient trapsgewijs
te verlopen, zodat de voedingsmiddelen niet bevroren raken.
• Reinig de binnenzijde van de koelkast regelmatig.
Temperatuurregeling
De binnentemperatuur wordt geregeld door de thermostaat, die bediend wordt door de knop
aan de buitenzijde van het toestel (nummer
op de afbeelding). Stand 7 komt overeen met
4
de koudste temperatuur. De bekomen temperatuur in het toestel kan variëren naargelang de
gebruiksomstandigheden: locatie, omgevingstemperatuur, openingsfrequentie van de deur,
hoeveelheid bewaarde voedingsmiddelen... De instelling kan gewijzigd worden in functie van
deze omstandigheden. In het algemeen kan er een gepaste temperatuur bekomen worden
op de gematigde stand 3. Met behulp van de schakelaar kunt u de temperatuur laten dalen of
stijgen. Om de koelkast uit te schakelen om ze te laten ontdooiien (zonder de stekker uit het
stopcontact te trekken), draait u de schakelaar naar links in de stand 0. U zal dan een klik horen.
28
NL