F
GB
D
E
I
BEDIENING
G e b r u i k g e e n m e n g s m e r i n g z o a l s d i e b i j
■
benzinestations wordt verkocht voor motoren,
brommers, enz.
Gebruik uitsluitend synthetische tweetaktolie. Gebruik
■
geen motorolie voor auto's of tweetaktolie voor
buitenboordmotoren.
Meng de benzine en de synthetische tweetaktolie in
■
een verhouding van 50:1 (2% olie).
Zorg dat de brandstof goed met de olie is vermengd
■
voordat u de tank bijvult.
Meng de brandstof in kleine hoeveelheden: maak
■
een voorraad voor hoogstens een maand. Wij raden
u tevens aan om een synthetische tweetaktolie te
gebruiken die een brandstofstabilisator bevat.
TANK BIJVULLEN
Maak de omgeving van de tankdop schoon om te
■
voorkomen dat de brandstof vervuild raakt.
Draai de tankdop langzaam los om de druk te laten
■
ontsnappen en te voorkomen dat er brandstof rondom
de dop vrijkomt.
Giet voorzichtig en zonder morsen het brandstof-
■
mengsel in de tank.
Reinig de afdichting en controleer de goede staat
■
voordat u de dop terugplaatst.
Sluit de tank onmiddellijk met de tankdop en draai
■
deze stevig vast. Veeg eventueel gemorste brandstof
af. Loop minstens 9 m weg van de plek waar u de
brandstoftank hebt bijgevuld voordat u de motor start.
Opmerking: Het is normaal dat er rook vrijkomt als
de motor voor het eerst wordt gestart en soms ook
daarna nog.
WAARSCHUWING
Zet altijd de motor uit voordat u de tank gaat
bijvullen. Vul de tank van een apparaat nooit als
de motor aan staat of nog heet is. Loop minstens
9 m weg van de plek waar u de brandstoftank
hebt bijgevuld voordat u de motor start. Rook niet!
1 liter
+
2 liter
+
3 liter
+
4 liter
+
5 liter
+
NL
P
S
DK
N
20 ml
=
40 ml
=
60 ml
=
50:1 (2%)
80 ml
=
100 ml =
FIN GR HU
CZ RU
RO PL SLO HR TR EST LT
Nederlands
DE GRASMAAIER AAN- EN UITZETTEN
(afb. 4)
WAARSCHUWING
Zet het apparaat nooit in een afgesloten of slecht
geventileerde ruimte aan omdat de uitlaatgassen
dodelijk kunnen zijn.
Opmerking: Vergeet niet om de schakelaar weer in de
AAN-stand "I" te zetten voordat u probeert om de motor te
starten.
WERKEN MET DE GRASTRIMMER (afb. 5)
HBC26SJ & HBC26SJS: Pak de achterste handgreep
van de grastrimmer met uw rechterhand vast en de
voorste handgreep met uw linkerhand.
HBC26SBS: Pak de rechter handgreep van de
grastrimmer met uw rechterhand vast en de linker
handgreep met uw linkerhand.
Houd het apparaat stevig met uw twee handen vast
gedurende de gehele tijd dat u het gebruikt. U dient de
grastrimmer in een comfortabele werkpositie te houden,
met de rechter handgreep ongeveer op de hoogte van
uw heupen.
Gebruik de grastrimmer altijd op volle snelheid.
Knip hoog gras van boven naar beneden om te
voorkomen dat het gras zich om de buis en de draadkop
wikkelt, wat oververhitting van de motor zou kunnen
veroorzaken. Als er zich toch gras om de draadkop heeft
gewikkeld, stopt u de motor, maakt u de bougiekabel
los en verwijdert u het gras dat zich heeft opgehoopt.
Als u het apparaat lange tijd op halve snelheid gebruikt,
begint er olie uit de uitlaat te lopen.
TIPS VOOR HET MAAIEN (afb. 6)
MAAIDRAADUITVOER (afb. 7)
WERKEN MET DE BOSMAAIER (afb. 5)
HBC26SJ & HBC26SJS: Pak de handgreep met de
gashendel van de bosmaaier met uw rechterhand vast en
de voorste handgreep met uw linkerhand.
HBC26SBS: Pak de rechter handgreep van de bosmaaier
met uw rechterhand vast en de linker handgreep met uw
linkerhand.
Houd het apparaat stevig met uw twee handen vast
gedurende de gehele tijd dat u het gebruikt. U dient de
bosmaaier in een comfortabele werkpositie te houden,
met de rechter handgreep ongeveer op de hoogte van
uw heupen. Houd het apparaat stevig vast en bewaar
een stabiele houding. Zo voorkomt u dat u uw evenwicht
verliest bij een terugslag van het slagmes.
Stel de draaggordel zo af dat u een comfortabele
werkpositie hebt. De draaggordel dient tevens om het
slagmes op voldoende afstand van uw lichaam te houden.
70
LV
SK BG