Deze functie voorkomt dat de functie van het apparaat per ongeluk wordt gewijzigd.
3 x
– knippert wanneer de vergrendeling wordt ingeschakeld.
10.2 Automatische uitschakeling
Om veiligheidsredenen schakelt de oven na
bepaalde tijd uit als er een ovenfunctie in
werking is en u geen instellingen wijzigt.
(°C)
30 - 115
120 - 195
200 - 245
11. AANWIJZINGEN EN TIPS
11.1 Kookadviezen
De temperatuur en kooktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Ze zijn afhankelijk van het recept, de
kwaliteit en de kwantiteit van de gebruikte ingrediënten.
Je apparaat kan anders bakken of roosteren dan het apparaat dat je tot nu toe gebruikt hebt. De onderstaande
hints tonen aanbevolen instellingen voor temperatuur, kooktijd en rekstand voor specifieke soorten voedsel.
Als u voor een speciaal recept de instelling niet kunt vinden, zoek dan naar een soortgelijk recept.
11.2 Warmelucht (vochtig)
Volg voor de beste resultaten de volgende
aanwijzingen op die hieronder in de tabel
staan.
– houd ingedrukt om de func‐
tie in te schakelen.
een geluidssignaal.
(u)
12.5
8.5
5.5
schakelen.
(°C)
250 - maximaal
De automatische uitschakeling werkt niet met
de functies: Binnenverlichting,
Voedselsensor, Uitsteltijd.
10.3 Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld om
de oppervlakken van het apparaat koel te
houden. Als je het apparaat uitschakelt, kan
de koelventilator blijven werken totdat het
apparaat is afgekoeld.
– houd ingedrukt om het uit te
(u)
3
NEDERLANDS
21