9.2.3 Aansluiting rookgasafvoer
In een bestaande situatie kan de rookgasafvoer op drie manieren worden aangesloten: zonder afvoermateriaal, via
een vaste aansluiting of via een flexibele aansluiting.
Niet alle aansluitmethodes zijn in alle landen toegestaan! Installeer het toestel strikt volgens de landspecifieke
!LET OP
richtlijnen.
Bij de methode zonder afvoermateriaal dient u met keramische wol een luchtdichte aansluiting te creëren tussen
de bovenzijde van de haard en de schoorsteen.
Bij de realisatie van een vaste aansluiting dient gebruik te worden gemaakt van de speciaal hiervoor ontwikkelde
conische ring of het afwaterend aansluitstuk flex/fix. Deze is via uw leverancier verkrijgbaar.
Neem de volgende stappen (zie Bijlage 2, afb. 6a t/m 6c):
Ø
Bevestig de ring/het aansluitstuk met behulp van drie bouten op de bovenzijde van het toestel.
Ø
Plaats het toestel.
Ø
Schuif de pijp over de conische ring of in het afwaterend aansluitstuk flex/fix.
Tenslotte is een afwaterend aansluitstuk flex/fix voor de realisatie van een flexibele aansluiting beschikbaar.
Ga als volgt te werk (zie Bijlage 2, afb. 6a t/m 6c):
Ø
Trek de flexibele buis door de schoorsteen.
Ø
Bevestig het afwaterend aansluitstuk flex/fix met behulp van 3 parkers aan de flexibele buis.
Ø
Duw de flexibele buis inclusief aansluitstuk terug de schoorsteen in.
Ø
Schuif de haard op de plaats.
Ø
Verwijder de vlamkeerplaat indien deze al op de juiste plek bovenin het toestel ligt (zie paragraaf 9.4.1.2 / 9.5.1.2).
Ø
Steek een hand door het gat van de rookgasafvoer en pak de handgreep van het aansluitstuk vast.
Ø
Trek de flexibele buis met het aansluitstuk naar beneden.
Ø
Zet het flexibele aansluitstuk met drie bouten vast aan het toestel.
De handgreep in het flexibele aansluitstuk (zie Bijlage 2, afb. 6b) kan na installatie uitgebroken worden. Dit is niet
!Let op
noodzakelijk, maar kan wenselijk zijn bij het vegen van de schoorsteen.
Het afwaterend aansluitstuk flex/fix kan zowel worden toegepast bij het realiseren van een flexibele als een vaste
!Tip
aansluiting.
Bij een vaste aansluiting zakt het pijpmateriaal helemaal in het aansluitstuk, bij een flexibele aansluiting maar tot de
!Let op
helft (zie Bijlage 2, afb. 6c).
9.3 Afstellen deur
Controleer bij installatie of onderhoud het sluiten van de deur. Indien wenselijk, kan de deur worden afgesteld.
Dit is het geval, indien de afdichting onvoldoende is (kieren).
Ø
Controleer de afdichting van de deur door een vel papier tussen de deur en de haard te plaatsen. Na het sluiten van
de deur mag het vel papier er niet makkelijk uitgetrokken kunnen worden. Controleer de haard rondom.
Ga bij het afstellen van de deur als volgt te werk:
Ø
Draai de 2 zeskant boutjes die zich aan de boven- en onderzijde van het niet-scharnierende deel van de deur
bevinden met een steeksleutel één slag los (zie Bijlage 2, afb. 10).
Draai deze boutjes er niet helemaal uit!
!Let op
Ø
De deur kan nu afgesteld worden.
Ø
Controleer of de deurafdichting nog goed sluit door middel van de hierboven beschreven test met een vel papier.
Ø
Draai de boutjes weer vast.
18
I N S T A LL A T I E H A N D LE I D I N G