nl Uitrusting
6 Uitrusting
De uitrusting van uw apparaat is mo-
delafhankelijk.
6.1 Legplateau
Om de schappen naar wens te varië-
ren, kunt u het schap uitnemen en op
een andere positie weer plaatsen.
→ "Plateau verwijderen", Pagina 84
6.2 Variabel legplateau
Gebruik het variabel legplateau al-
leen om op het daaronder liggende
plateau hoge te koelen producten te
bewaren, bijv. kannen of flessen.
U kunt het voorste deel van het varia-
bele legplateau uittrekken en onder
het achterste deel van het variabele
legplateau schuiven.
→ Fig.
3
6.3 Uittrekbaar legplateau
Om een beter overzicht te krijgen en
levensmiddelen sneller te kunnen uit-
nemen, trekt u het uittrekbare legpla-
teau er uit.
6.4 Groente- en fruitlade
Bewaar vers fruit en groente onver-
pakt in de fruit- en groentelade.
Bewaar gesneden fruit en groente af-
gedekt of luchtdicht verpakt.
Met de vochtigheidsregelaar van de
scheidingsplaat en een speciale af-
dichting kunt u de luchtvochtigheid in
de fruit- en groentelade aanpassen.
→ Fig.
4
De luchtvochtigheid in de fruit- en
groentelade kunt u afhankelijk van
het soort en de hoeveelheid
80
bewaarde levensmiddelen door aan
de vochtigheidsregelaar te draaien
instellen:
¡ Lage luchtvochtigheid
wegend bewaren van fruit of hoge
belading.
¡ Gemiddelde luchtvochtigheid
bij gemengde belading.
¡ Hoge luchtvochtigheid
overwegend bewaren van groente
of bij geringe belading.
Afhankelijk van de soort levensmid-
delen en de hoeveelheid kan zich in
de fruit- en groentelade condenswa-
ter vormen.
Het condenswater verwijderen met
een droge doek en de luchtvochtig-
heid in de groentelade aanpassen
met behulp van de vochtigheidsrege-
laar.
Om ervoor te zorgen dat de kwaliteit
en het aroma behouden blijven, moet
u koudegevoelig fruit en groente bui-
ten het apparaat bewaren bij tempe-
raturen van ca. 8 °C tot 12 °C, bijv.
ananas, bananen, citrusvruchten, au-
gurken, courgette, paprika, tomaten
en aardappelen.
6.5 Verskoellade
Gebruik de lagere temperaturen in
de verskoellade om snel bedervende
levensmiddelen te bewaren, bijv. vis,
vlees en worst.
6.6 Boter- en kaasvak
Bewaar boter en harde kaas in het
boter- en kaasvak.
Om het boter- en kaasvak te openen,
drukt u licht midden-onder op de
klep.
Opmerking: Het vak wordt naar on-
deren geopend. De klep schuift on-
der het vak.
→ Fig.
5
bij over-
bij