Inspired by life
NL
Stap 2 - Onderbeenlengte
1. Plaats de orthese los op de montageplaat.
2. Stel de gewenste onderbeenlengte in (A).
Let op: houd rekening met een afstand van minimaal 5 cm tot
de vloer.
Stap 3 - Zithoogte
1. Zithoogte kolom (B).
2. Draai de 2 inbusschroeven (C) in het frame los.
3. Til het zitframe met de zithoogtekolommen uit het rijframe.
4. Draai de inbusschroef (D) op het instelblokje in de zithoogte-
kolom los.
5. Lijn de onderrand (E) van het instelblokje uit met de
gewenste zithoogte.
6. Herhaal bovenstaande voor de andere zithoogtekolom
7. Plaats de zithoogtekolom terug en draai eerst de onderste
inbusbouten vast. Daarna de bovenste.
Stap 4 - Orthese
(O)
1. Stel de rughoek in (F).
2. Bevestig de orthese met het in het convenant vast gelegde
montagesysteem.
3. Bevestig het rugdeel van de orthese op vier punten met de
meegeleverde T-gleuf montageblokjes aan de rugbuis.
Tip: Gebruik evt de balanspuntinstelling om bij de
montagegaten te komen (stap 5).
Stap 5 - Balanspunt
1. Draai de inbusbouten (G) los.
Let op: draai alleen de voorste inbusschroef volledig uit het
klemblokje. De achterste mag er nooit helemaal uit gedraaid
worden.
2. Verschuif het zitframe naar voren of naar achteren voor de
meest optimale positie.
Tip: Blijf in het groene of oranje gebied van de
schaalverdeling (H).
Stap 6 - Spoorbreedte achter
1. Draai de 4 inbusbouten (I) los.
2. Schuif de achterwielen met framebuis uit tot de gewenste
spoorbreedte.
Stap 7 - Spoorbreedte voor
1. Draai de inbusschroef (J) los.
2. Gebruik de stelschroeven (K) voor het instellen van de
spoorbreedte.
Let op: de stelschroeven zitten zowel aan de binnen- als de
buitenzijde.
3. Met behulp van de maatstreepjes (L) moeten beide
voorpoten op exact dezelfde hoek ingesteld worden.
Stap 8 - Zithoekbegrenzing
Door de twee meegeleverde pennen in het gat direct boven en
onder de lip/nok (M) te plaatsen kan de zithoek per stap met 5°
worden vast gezet.
(N): Begrenzing max 0° voorover kantelen (horizontaal).
(O): Begrenzing max 5° voorover kantelen.
(P): Begrenzing max 25° achterover kantelen.
Stap 9 - Wielbasis
(I)
1. Draai de inbusschroeven los.
2. Verplaats de voorpoten met wiel.
Let op: Stel voor het vast schroeven van de inbusbouten het
wiel op 90° in.
P.O. Box 304, NL - 7000 AH Doetinchem Logistiekweg 7, Doetinchem - The Netherlands
T
+31 (0)314-328 000
F
+31 (0)314-328 001
(I)
(O)
(I)
(O)
(I)
(I)
I
www.life-mobility.com
FR
Étape 2 - Longueur de la partie inférieure de la
jambe
(I)
1. Placez l'orthèse sur la plaque de montage.
2. Réglez la longueur requise de la partie inférieure de la jambe
(A).
Attention : tenez compte d'une distance minimale de 5 cm
jusqu'au sol.
Étape 3 - Hauteur d'assise
1. Colonne d'assise (B).
2. Dévissez les 2 vis à six pans creux (C) dans le châssis.
3. Soulevez le châssis d'assise avec les colonnes d'assise du
châssis de roulement.
4. Dévissez la vis à six pans creux (D) sur le bloc de réglage de
la colonne d'assise.
5. Alignez le bord du dessous (E) du bloc de réglage avec la
hauteur d'assise correcte.
6. Répétez les opérations ci-dessus pour l'autre colonne d'assise.
7. Replacez la colonne d'assise et serrez d'abord les vis à trou
hexagonal inférieures. Serrez ensuite les vis à trou hexagonal
supérieures.
Étape 4 - Orthèse
(O)
1. Réglez l'angle d'inclinaison du dossier (F).
2. Fixez l'orthèse en utilisant le système de montage décrit
dans le contrat.
3. Fixez le dossier de l'orthèse en quatre points à l'aide des
blocs de montage à rainure en T sur l'armature du dossier.
Astuce : Utilisez éventuellement le dispositif de réglage du
point d'équilibre pour accéder aux trous de montage (étape
5).
Étape 5 - Point d'équilibre
1. Dévissez les vis à trou hexagonal (G).
Attention : ne dévissez complètement que la vis à six pans
creux du devant du bloc de fixation. La vis à six pans creux
de derrière ne doit jamais être dévissée complètement.
2. Faites glisser le châssis d'assise vers l'avant ou vers l'arrière
jusqu'à la position idéale.
Astuce : Restez dans la zone verte ou orange de la
graduation (H).
Étape 6 - Écartement des roues à l'arrière
1. Dévissez les 4 vis à trou hexagonal (I).
2. Faites glisser les roues arrières avec le tube du châssis vers
l'extérieur pour obtenir la largeur d'écartement désirée.
Étape 7 - Écartement des roues à l'avant
1. Dévissez la vis à six pans creux (J).
2. Utilisez les vis de réglage (K) pour régler la largeur
d'écartement.
Attention : les vis de réglage se trouvent à l'intérieur et à
l'extérieur.
3. Les deux pattes de devant doivent être réglées exactement
sur la même inclinaison à l'aide des graduations (L).
Étape 8 - Limitation d'inclinaison d'assise
En plaçant les deux goupilles livrées avec le produit dans le trou
directement en dessus et en dessous du cran (M), l'inclinaison
d'assise peut être fixée par étape de 5°.
(N) : Limitation max. 0° du basculement en avant (horizontal).
(O) : Limitation max. 5° du basculement en avant.
(P) : Limitation max. 25° du basculement en arrière.
Étape 9 - Empattement
1. Dévissez les vis à six pans creux.
2. Déplacez les pattes de devant avec la roue.
Attention : Avant de visser les vis à trou hexagonal, réglez la
roue sur 90°.
(O)
(I)
(O)
(I)
(I)
(I)