Accu/Accu-Schroevendraaier Laden; Bedieningselementen En Bediening; Algemeen; Werktuig In De Boorhouder Inzetten/Ontnemen - TOOLCRAFT 820921 Mode D'emploi

6. Accu/accu-schroevendraaier laden

Houdt in ieder geval rekening met de veiligheidsinstructies van deze gebruiksaanwijzing, vooral in hoofdstuk 5. c).
Voor het eerste ingebruikneming dient de in de accuschroevendraaier vast ingebouwde accu (kan niet worden
vervangen!) te worden opgeladen.
Principieel geldt: een nieuwe of voor langere tijd niet benutte accu levert pas na ongeveer 5 gehele ontlaad- en
laadprocessen zijn geheel vermogen.
Bij bedrijf van de accuschroevendraaier dient deze te worden geladen:
• wanneer zich de aandrijving zonder belasting slechts nog zeer
langzaam beweegt
• bij langere opslag alle 3 maanden
Laden zonder laadstand
• Steek het stekerlaadtoestel ( ) in een stopcontact (230V~/50Hz).
• Verbind de ronde laagspanningsbus ( ) van de accuschroevendraaier
(beneden aan handvat) met de laagspanningssteker van het
stekerlaadtoestel.
De LED ( ) aan de accuschroevendraaier begint te knipperen, de
accu wordt geladen.
• Trek na de laadtijd van 6-8 uren de laagspanningssteker uit de
accuschroevendraaier. Neem de netadapter altijd uit het stopcontact
Laden met laadstand
Gebruik de stroomvergaarbak van de kernloze
schroevendraaier bij gebruik van de laadstand Voer de
laadkabel in de laadcontactdoos op de laadstand.
• Verbind de ronde laagspanningsbus ( ) van de laadstand met de laagspanningssteker van het stekerlaadtoestel.
• Plaats de kernloze schroevendraaier op de laadstand. De LED (
geladen wordt.
Een compleet laadproces duurt ongeveer tussen 6 en 8 uren. Gedurende het laden verwarmt zich de accu. Dit is
normaal
Het stekerlaadtoestel schakelt zich niet automatisch uit, wanneer de accu vol geladen is!
Indicatoren batterijstatus
De laadstand is geïntegreerd in de indicatoren van de batterij. Druk op indicatieknop van de batterijstatus (8). De LED-lichten
om de batterijstatus weer te geven. Als de rode LED brandt, betekent dit dat de batterij bijna leeg is.
Groene en gele LED is aan: de batterij is ongeveer 100%
Gele LED is aan: de batterij is ongeveer 50%
Gele en rode LED is aan: de batterij is laag
Rode LED is aan: de batterij is ongeveer leeg
45
1
3
2
1
3
4
Afbeelding 1
) op de draadloze schroevendraaier licht op, als de accu

7. Bedieningselementen en bediening

a) Algemeen
Zie de uitklappagina
1 Snelspan-boorhouder
2 Draaimoment-instelring
3 Magneethouder voor kleine schroeven
4 Draairichtingsomschakelaar met inschakelblokkering
5 LED voor laadcontrole
6 Stroomvergaarbak op draadloze schroevendraaier
b) Werktuig in de boorhouder inzetten/ontnemen
Uit veiligheidsredenen dient eerst de draairichtingsomschakelaar (4) in middelste positie te worden gebracht,
omdat de aan-/uitschakelaar (7) geblokkeerd is.
Open de boorhouder, door de binnenste ring (D) met een hand vast te
houden en de buitenste ring (C) met de andere hand tegen de wijzers van
de klok in te draaien (A, van voren op de boorhouder gezien).
Steek het gewenste werktuig (in de afbeelding een boor) in de boorhouder.
Draai de boorhouder vast, door de binnenste ring (D) met een hand vast
te houden en de buitenste ring (C) met de andere hand tegen de wijzers
van de klok in te draaien (B, van voren op de boorhouder gezien).
Opdat het werktuig (bv een schroeverbit of een boor) vast in de
boorhouder zit, dient dit ten minste 1 cm diep in de boorhouder
te zitten (schroefbits of kleine boor). Grote boren moeten geheel
worden ingestoken.
Voor het ontnemen van het werktuig ga op de boven beschreven manier
te werk. Open de boorhouder, door de binnenste ring (D) met een hand
vast te houden en de buitenste ring (C) met de andere hand tegen de
wijzers van de klok in te draaien.
c) Werking van de draairichtingsomschakelaar (met inschakelblokkering)
Via de draairichtingsomschakelaar (4) kan de draairichting tussen links
en rechts worden omgeschakeld.
Naarmate de vraag of de gaten geboord dienen te worden of
of een schroef erin- of eruit dient te worden gedraaid, dient de
juiste draairichting te worden gekozen.
In de gemiddelse positie blokkeert de draairichtingsomschakelaar (4) de
in-/uitschakelaar (7) en daarmee de motor in de accuschroevendraaier,
om een veilige werktuigwissel te kunnen uitvoeren.
Schakel slechts dan om, wanneer de aandrijving van de accuschroevendraaier geheel tot stilstand is
gekomen! Anders zou de aandrijving kunnen worden beschadigd.
7 Aan/uit-schakelaar
8 Indicatieknop batterijstatus
9 Indicatoren batterijstatus
10 Loskoppelbare onderdelenhouder
11 Stroomvergaarbak op laadstand
12 Muurbevestiging
Afbeelding 2
Afbeelding 3
46