Accu Opladen; Bediening - TOOLCRAFT 82 09 21 Notice D'emploi

5. Accu opladen

a) Algemeen
Volg alle veiligheidsaanwijzingen die in deze gebruiksaanwijzing zijn opgenomen, met name hoofdstuk 4, c).
Voordat het apparaat voor het eerst gebruikt wordt, moet de oplaadbare accu worden geladen.
Een nieuwe oplaadbare accu of een oplaadbare accu die langere tijd niet is gebruikt, bereikt zijn volle vermogen pas na 5
complete ont- en oplaadrondes.
De oplaadbare accu moet worden opgeladen als de snoerloze schroevendraaier:
• onbelast heel langzaam draait.
• voor langere perioden wordt opgeslagen (elke 3 maanden).
Ga als volgt te werk om de accu op te laden:
• Sluit de oplader aan op het lichtnet (100 – 240 V wisselstroom, 50/60 Hz). De voedingsled licht geel op.
• Haal de accu uit de snoerloze schroevendraaier. Druk hiertoe de twee drukknoppen op de zijkanten om de accu los te maken en trek de accu
er uit. Zie voor deze stap ook hoofdstuk 6.
• Steek de accu in de juiste stand (slechts één stand is mogelijk) in de houder van de lader (geen kracht uitoefenen). De oplaad-LED licht rood
op.
• Als de accu volledig geladen is, licht de oplaad-LED groen op (de accu is volledig geladen).
Een volledig laadproces duurt ongeveer 1-2 uur.
• Haal de accu direct na het einde van het laadproces uit de laadapparaat.
• Koppel bovendien de laadapparaat los van de netspanning door de stekker uit de contactdoos te trekken.
• Steek de accu zodanig in de accuschroevendraaier, dat hij vastklikt.
De accu kan er maar op één manier goed in, gebruik bij het erin steken van de accu in de accuschroevendraaier geen
geweld.
b) Statusindicatie oplaad-LED
Symptoom Mogelijke oorzaak
Accu oververhit
Accupak is niet goed geplaatst.
Groen knipperend
Groen en rood knipperend Abnormaa/defect accupak
6. Bedieningselementen en bediening
a) Algemeen
Leest u pagina 3
1. Snelverwisselbare boorkop
2. Koppelinstelring
3. Aanduiding voor de accutoestand (met controletoets)
4. Schakelaar voor tweetoeren ("LOW" = langzaam, "HIGH" = snel)
5. Draairichtingsomschakelaar met inschakelblokkering
6. Accu
7. Druktoets voor accuontgrendeling
8. Aan/Uit-schakelaar
46
All manuals and user guides at all-guides.com
Oplossing
Laat de accu voor het laden afkoelen.
Plaats het accupak op de juiste wijze, controleer het contact van
de accu en controleer of de oplaad-LED de juiste oplaadstatus
(rood) weergeeft.
Vervang het door een accu van hetzelfde type.
b) Accu eruit halen en erin zetten
Om de accu eruit te halen moet op de druktoetsen aan beide zijden voor het
ontgrendelen van de accu (7) worden gedrukt (A).
Daarna kan de accu er naar onderen uit worden getrokken (B).
Om de accu te plaatsen moet deze op de geode manier onder in de
accuschroevendraaier worden geplaatst, tot hij vastklikt.
c) Gereedschap in de boorhouder plaatsen/ eruit halen
Vanwege de veiligheid moet eerst de draairichtingsomschakelaar (5) in de middenpositie worden gebracht, zodat de
Aan-/Uitschakelaar (8) is geblokkeerd.
Open de boorhouder, door de binnenste ring (F) met één hand vast te houden en de
buitenste ring(E) met de andere hand tegen de richting van de wijzers van de klok te
draaien (C, van voren op de boorhouder gezien).
Steek het gewenste gereedschap (in de afbeelding een boor) in de boorhouder.
Draai de boorhouder vast, door de binnenste ring (F) met één hand vast te houden en de
buitenste ring (E) met de andere hand in de richting van de wijzers van de klok te draaien
(D, van voren op de boorhouder gezien).
Om het gereedschap (bijv. een schroefbit of een boor) vast in de
boorhouder te bevestigen, moet dit tenminste 1 cm in de boorhoud-
er zitten (schroefbits of kleine boor). Grote boren moeten er volle-
dig worden ingestoken.
Om het gereedschap eruit te halen moet u zoals boven beschreven handelen.
Open de boorhouder, door de binnenste ring (F) met één hand vast te houden en de
buitenste ring (E) met de andere hand tegen de richting van de wijzers van de klok te
draaien.
d) Draaikoppel instellen of boormodus kiezen
Door aan de koppel-instelring te draaien (2) kan het gewenste koppel worden ingesteld, waarop de
slipkoppeling start. Daardoor wordt doldraaien bijv. bij het erin draaien van een schroef verhinderd;
de schroef sluit glad op het oppervlak van het materiaal aan, wanneer de draaimomentinstelling naar
aanleiding hiervan wordt geselecteerd.
Om te boren kan de instelring in een speciale positie (met een boorsymbool aangegeven)
worden gebracht. In deze positie is de slipkoppeling gedeactiveerd, er vindt geen
koppelbegrenzing plaats.
Hoe hoger de instelwaarde (zie opdruk op accuschroevendraaier), des te groter is de koppeling:
Lage instelwaarde: Zachte materialen, geen schroeven
Hoge instelwaarde: Harde materialen, grote schroeven
Boorsymbool: Geen koppelbegrenzing
Bij het eruit draaien van schroeven dient een hogere instelling te worden geselecteerd resp. de instelling voor "Boren" (Boor-symbool).
Afbeelding 1
Afbeelding 2
Afbeelding 3
47