AANWIJZINGEN
Lees voor het gebruik van de brom- of snorfiets deze handleiding
aandachtig door.
Zo raakt U vertrouwd met zijn kenmerken en leert U hem juist en veilig
te gebruiken.
1. brandstof is licht ontvlambaar en explosief, neem daarom de
volgende veiligheidsmaatregelen in acht:
• zorg ervoor dat tijdens het vullen van de brandstoftank de motor
niet loopt,
• vul de tank buiten, rook niet en kom nooit in de buurt van de tank
met open vuur of een vonk,
• eventueel gemorste brandstof zorgvuldig met een doek afvegen,
ook om lakschade of schade aan stickers te voorkomen,
• gebruik benzine nooit als schoonmaakmiddel voor enig deel van de
brom- of snorfiets,
2. laat de motor nooit lopen in een afgesloten ruimte of kelder,
uitlaatgassen zijn schadelijk en zwaarder dan lucht, waardoor laag
boven de grond een te hoge concentratie van deze gassen kan
ontstaan.
3. raak tijdens het starten en draaien van de motor de bougiekabel de
bougiedop en de overige onderdelen van het elektrische systeem niet
aan.
4. raak tijdens het draaien van de motor en nog enige tijd na het
stopzetten, de hete onderdelen niet aan: de cilinder, de cilinderkop,
de uitlaat en de remmen.
5. pas tijdens het draaien van de motor op voor de draaiende
onderdelen.
All manuals and user guides at all-guides.com
TIPS VOOR VEILIG RIJDEN
Het berijden van de brom- of snorfiets is niet moeilijk, hoewel het enige
kennis en ervaring vereist
die door de berijder in toenemende mate zal worden verkregen door
gebruik van de brom- of snorfiets.
Besteed voor elke rit aandacht aan de volgende punten:
Controleer de werking van de essentiële delen van de brom- of snorfiets
zoals:
Rijd bij voorkeur in licht gekleurde of reflekterende kleding.
Vermijd het rijden in de "dode hoeken" van het zichtveld van de overige
verkeersdeelnemers, om te voorkomen dat U over het hoofd wordt
gezien.
Houdt U aan alle verkeersregels.
Pas de snelheid aan de verkeersomstandigheden en vooral uw ervaring
aan.
Laat de brom- of snorfiets nooit door een onervaren iemand gebruiken.
Geef verandering van rij –richting tijdig aan.
Let vooral op bij kruisingen en bij het voorbij rijden van andere,
langzaam rijdende of stilstaande voertuigen.
Let goed op de verkeersomstandigheden voor en achter U en probeer
altijd op mogelijke gebeurtenissen te anticiperen.
• remmen
• verlichting
• banden en bandenspanning
• stuurinrichting.
23