Télécharger Imprimer la page

Technoline WS6650 Guide D'instructions page 48

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 19
Betekenis van de symbolen voor de weersverwachting
Het weerstation heeft tenminste 24 nodig om zich aan te passen aan de lokale
weersomstandigheden. Het weerstation verwerkt en analyseert de weerpatronen van de
afgelopen 24 uur om het weer in de toekomst vast te stellen. Totdat deze periode is
verstreken kan het zijn dat de weersverwachting niet de feitelijke weersverwachting in
uw omgeving weerspiegelt.
Het weerstation geeft de symbolen (zie afb. 3) weer die de weersverwachting voor de
volgende 12 tot 24 huur aangeven binnen een gebied met een straal van ongeveer 30-50 km.
Opmerking:
1. Onder extreme weersomstandigheden kan de nauwkeurigheid lager zijn. De
weersverwachting is slechts een indicatie en is uitsluitend bedoelt voor
huishoudelijk gebruik. Vertrouw NIET op het weerstation voor weersverwachting
als deze noodzakelijk zijn voor ernstige zaken, waaronder, maar niet beperkt tot:
persoonlijke gezondheid, een kwestie van leven en dood, of voor zakelijke of
financiële beslissingen en/of agrarische planning.
2. De weersverwachting duidt niet het huidige weer aan. Hij geeft het toekomstige
weer aan.
Gloeiende weericonen
De oplichtende iconen voor de weersverwachting gloeien met regelmatige tussenpozen
op van gedimd tot helder en weer terug naar gedimd.
Aanpassen van het weerstation:
1. Houd de HISTORY toets (2) gedurende 3 seconden ingedrukt totdat een
pieptoon wordt gehoord.
2. Druk de -/ RCC toets (4) of de +/ C/ F toets (5) om te wisselen tussen absolute
"ABS" en relatieve "REL" atmosferische druk.
3. Druk de HISTORY toets (2) om dit te bevestigen.
4. Druk de -/ RCC toets (4) of de +/ C/ F toets (5) om de eenheid voor
atmosferische druk te wisselen tussen Pascal (hPa) en inch kwikdruk (inHg).
5. Druk de HISTORY toets (2) om dit te bevestigen.
6. Druk de -/ RCC toets (4) of de +/ C/ F toets (5) om het dichtstbijzijnde zeeniveau
aan te geven. De eenheid voor het aanduiden van het zeeniveau is in meters
(1 meter is ongeveer gelijk aan 3,28 voet). Neem voor meer informatie contact op
met uw lokale meteorologisch instituut of overheid.
7. Druk de HISTORY toets (2) om het zeeniveau te bevestigen.
8. Druk de -/ RCC toets (4) of de +/ C/ F toets (5) om de huidige weersgesteldheid
van uw lokatie aan te geven. Zie onderstaande afb. 3 voor het weerpatroon dat
het meest lijkt op uw onmiddellijke omgeving.
9. Druk de HISTORY toets (2) om dit te bevestigen.
Aflezen van de druktendens:
1. De in het geheugen opgeslagen veranderingen in de barometrische druk worden
weergegeven met 3 pijlen die de tendens in de druk aangeven.
Oplopend
All manuals and user guides at all-guides.com
Stabiel
Aflopend

Publicité

loading