4.
Open
de
ademhalingsautomaat om alle perslucht uit
het gelaatsmasker af te laten en sluit de
bypass.
5.
Plaats
de
stofkap
koppeling.
6.
Maak de heupriem los en verwijder
het apparaat.
7.
Reinig en controleer het apparaat
volgens de aanwijzingen in paragraaf 7 -
Reiniging en testen na gebruik, voor u
het opneiuw in gebruik neemt.
7
NA GEBRUIK
7.1
REINIGING
Let op:
•
Dompel de ademhalingsautomaat of
waarschuwingsfluitje NIET onder in
water.
•
GEBRUIK ALLEEN de aangegeven
methoden en materialen.
GEEN bleekwater, oplosmiddelen,
detergenten of schuurmiddelen.
•
Laat grondig drogen, beschermd
tegen directe warmtebronnen en
zonlicht, voor het opbergen.
1.
Koppel de ademautomaat los van het
gelaatsmasker.
2.
Was en desinfecteer het masker
grondig in een oplossing van handwarm
water en desinfectiemiddel.
3.
Spoel
het
masker
schoon, stromend water.
veel aandacht aan het uitspoelen van het
uitademventiel.
4.
Hang het masker op aan de halsriem
en laat het grondig drogen, beschermd
tegen directe warmtebronnen of zonlicht.
bypass
van
de
weer
op
de
Gebruik
grondig
met
Besteed vooral
5.
Ontsmet de gelaatsafdichting na
de
droging
desinfectiedoekjes.
OPMERKING:
TriGENE-desinfectiedoekjes
verkrijgbaar in pakken van 20 zakjes,
onderdeelnr. 2004225, of trommels van 100
doekjes, onderdeelnr. 1017652.
6.
Maak de vizier aan de binnen- en
buitenkant
schoon
pluisvrije doek en maak het hoofdtuig los,
klaar voor gebruik.
7.
Spons het harnas af met een lauwe,
milde zeepoplossing. Spoel grondig en laat
drogen in een goed geventileerde ruimte,
beschermt tegen directe warmtebronnen en
zonlicht.
Let op:
•
Dompel de ademhalingsautomaat NIET
onder in vloeistoffen.
•
NIET opbergen voor volledige droging.
8.
Bevestig de gele dop op de uitlaat
van de ademhalingsautomaat.
9.
De
vergrendeling
schakelaar kunnen indien nodig worden
gereinigd
met
(tandenborstel)
zeepoplossing.
10.
Maak de ademautomaat behuizing
schoon met een pluisvrije doek, bevochtigd
met een lauwe, milde zeepoplossing.
7.2
CONTROLE VAN HET
APPARAAT
1.
Open en sluit de vergrendeling en de
bypass-schakelaar
controleer of ze niet haperen. Als ze niet
vlot bewegen, bevestig er dan een briefje
met uitleg aan en stuur ze terug voor
reparatie.
2.
Controleer
versleten of beschadigd is en of de gespen
en sluitingen goed werken. Apparaten met
ernstige gebreken moeten, voorzien van
een
briefje
teruggestuurd voor reparatie.
3.
Controleer het apparaat volgens de
aanwijzingen in paragraaf 2 - Controles
voor gebruik en maandelijkse inspectie.
21
RAS ASBESTOS
met
TriGene-
met
een
schone,
en
bypass-
een
klein
borsteltje
en
een
meermaals
of
het
harnas
met
uitleg,
worden
zijn
milde
en
niet