TOETSEN
3. TOETSEN
07
Ó
TURBO/SILENCE-toets:
• Met elke druk op de toets wordt de TURBO-functie in-/
uitgeschakeld.
• De TURBO-functie maakt het mogelijk dat de unit bij het
koelen of verwarmen de vooraf ingestelde temperatuur in
de korst mogelijke tijd bereikt (als de binnen-unit deze functie
niet ondersteunt, gebeurt er niets als op deze toets wordt
gedrukt.)
• Wanneer u langer dan 2 seconden op de toets drukt, wordt
de SILENCE-functie ingeschakeld. Wanneer u nogmaals
langer dan 2 seconden op de toets drukt, wordt de functie
weer uitgeschakeld.
• Wanneer de SILENCE-functie is geactiveerd, werkt de com-
pressor op een lage frequentie en genereert de binnen-unit
een flauwe luchtstroom. Dit zorgt voor een minimum
aan lawaai en een heerlijk rustige en comfortabele kamer.
• De lage frequentie van de compressor kan resulteren in
onvoldoende koel- en verwarmingscapaciteit.
LED/F.P. -toets
11
• Druk op deze toets om de display op de binnen-unit
te wissen of te doen oplichten.
• Wanneer u tijdens het verwarmen (alleen wanneer de modus
op HEAT is ingesteld) langer dan 2 seconden op deze
toets drukt, wordt de beschermingsfunctie tegen bevriezing
geactiveerd. De unit werkt dan op hoge ventilatorsnelheid bij
een temperatuur die automatisch is ingesteld op 8°C (46°F).
Op het display van de binnen-unit wordt 'FP' weergegeven.
Bij de unit zonder display gaat het indicatielampje voor
ontdooien beurtelings 2 seconden aan en weer 2 seconden
uit. Wanneer u tijdens deze activiteit drukt op de ON/OFF-,
SLEEP-, F.P.-, MODE-, FAN SPEED-, UP-, DOWN-toets,
wordt de beschermingsfunctie tegen bevriezing geannuleerd.
BEDIENING
4. BEDIENING
STAP 2
STAP 1
STAP 3
STAP 2
STAP 1
STAP 3
STAP 4
Auto-modus
Zorg ervoor dat de stekker van de unit in het stopcontact zit en
stroom beschikbaar is. De OPERATION-indicator op het display
van de binnen-unit begint te knipperen.
1. Druk op de MODE-toets om Auto te selecteren.
2. Druk op de UP/DOWN-toets om de gewenste temperatuur
in te stellen. De temperatuur kan worden ingesteld binnen
een bereik van 17°C~30°C (62°F~88°F) in stappen van 1°C
(2°F).
3. Druk op de ON/OFF -toets om de airconditioner te starten.
OPMERKING
1. In de Auto-modus kan de airconditioner kiezen uit de Heating-,
Cooling- en Fan-modus door het verschil te detecteren tussen
de werkelijke omgevingstemperatuur en de op de afstandsbe-
diening ingestelde temperatuur.
2. In de Auto-modus, kunt u de ventilatorsnelheid niet wijzigen.
Deze wordt al automatisch beheerd.
3. Wanneer de Auto-modus u niet bevalt, kunt u de gewenste
modus handmatig selecteren.
Cooling- /Heating-/Fan-modus
Zorg ervoor dat de stekker van de unit in het stopcontact zit en
stroom beschikbaar is.
1. Druk op de MODE -toets om de COOL-, HEAT- of FAN-
modus te selecteren.
2. Druk op de UP/DOWN-toeten om de gewenste temperatuur
in te stellen. De temperatuur kan worden ingesteld binnen
een bereik van 17°C~30°C (62°F~88°F) in stappen van 1°C
(2°F).
3. Druk op de FAN-toets om één van de vier instellingen
te selecteren voor de ventilatorsnelheid - Auto, Low, Med of
High.
4. Druk op de ON/OFF -toets om de airconditioner te starten.
OPMERKING
In de FAN-modus wordt de ingestelde temperatuur niet weerge-
geven op de afstandsbediening en kan de kamertemperatuur ook
niet worden geregeld. In dit geval kunnen alleen stap 1, 3 en 4
worden uitgevoerd.
08