aflopende ondergrond, dan dient de gebruiker van de
kettingzaag op het hoogste deel van het terrein te staan
gezien de boom na het vellen hoogstwaarschijnlijk omlaag
zal rollen of glijden.
LET OP: De valrichting (B) wordt bepaald door de inkerving.
Voordat u gaat zagen, houdt u rekening met de locatie van grotere
takken en het natuurlijke leunen van de boom om de richting te
bepalen waarin de boom zal vallen.
WAARSCHUWING: Geen bomen omhakken tijdens
zware of veranderlijke wind of als er gevaar voor vastgoed
bestaat. Raadpleeg een boomexpert. Geen bomen omhakken
als er gevaar bestaat voor het raken van spanningsdraden.
Licht het energiebedrijf in voordat u gaat zagen.
• ALGEMENE RICHTLIJNEN VOOR HET OMHAKKEN VAN
BOMEN
Normaliter worden bomen omgehakt door 2 belangrijke
handelingen uit te voeren: inkerving (C) en velsnede (D).
Begin met het maken van de bovenste inkerving (C) aan de kant
van de boom van de valrichting (E).
Zorg ervoor dat u de onderste inkerving niet te diep maakt.
De inkerving (C) moet diep genoeg zijn om een scharnier (F) van
voldoende breedte en kracht te maken.
De inkerving moet breed genoeg zijn om de val van de boom
zolang mogelijk te kunnen leiden.
WAARSCHUWING: Nooit voor een boom door lopen die
is ingekerfd. Maak een velsnede (D) aan de andere kant van
de boom en 3-5 cm boven de rand van de inkerving (C) (Afb.
2B).
De stam nooit geheel doorzagen. Altijd een scharnier overlaten.
103