Télécharger Imprimer la page

Gardner Denver Elmo Rietschle Vacfox VC 50 Instructions De Service page 23

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 9
Onderhoud en service
In geval van onderhoudswerkzaamheden, waarbij de personen door bewegende delen of door spanningsvoerende delen gevaar
kunnen lopen, dient de pomp door het losnemen van de stekker of door het uitschakelen van de hoofdschakelaar spanningsloos
te worden gemaakt en tegen het opnieuw inschakelen te worden beveiligd.
Onderhoud niet uitvoeren indien de pomp op bedrijfstemperatuur is (gevaar voor verbranding door hete machinedelen).
1. Luchtfiltering
Bij onvoldoende onderhoud aan de luchtfilters kan de capaciteit van de pomp verminderen.
Filter-aanzuiglucht (figuur
):
het zeeffilter (f
) dient afhankelijk van de aangezogen lucht meer of minder vaak door het uitspoelen of het uitblazen te reinigen, of te vervangen.
2
Omkasting (G) na het losdraaien van de schroeven (s
Na montage kunt u de werking van het ventiel
controleren door middel van een draadstang of
gelijkwaardig vanaf de bovenzijde door de zeef.
Filter-gasballastventie (figuur
De vacuümpompen werken met een gasballast-
ventiel (U).
De ingebouwde filterpatroon (f
3
dient men afhankelijk van de verontreinigingen
van het aangezogen medium meer of minder te
reinigen door ze uit te blazen. Door het los-
draaien van de schroef (g
) en het verwijderen
1
van het kunststof deksel (h
) kunnen de filter-
1
delen voor de reiniging uitgenomen worden. De
montage geschiedt in omgekeerde volgorde.
Voorfilters (optioneel):
De filterpatronen van het vacuümdicht filter (ZVF)
en van de stofafscheider (ZFP) dient men afhan-
kelijk van de verontreiniging van het aangezogen
medium meer of minder door het uitblazen te
reinigen, of ze te vervangen. De filterpatronen
kunnen door het losklikken van de klemmen verwijderd worden.
2. Smering (figuur
)
Afhankelijk van het gebruik de oliestand controleren. De eerste keer dient de olie na 500 uur te worden
vervangen (zie olieaftapplug (K).Verdere oliewisselingen na 500 tot 2000 bedrijfsuren. Bij sterke veront-
reiniging dient de oliewissel interval dienovereenkomstig aangepast te worden.
Er mogen alleen smeeroliën gebruikt worden die voldoen aan DIN 51506 groep VC/ VCL of synthetische
oliën die door Rietschle zijn goedgekeurd. De viscositeit van de olie moet voldoen aan ISO-VG 100 volgens
DIN 51519.
Aanbevolen Rietschle olie soorten zijn: MULTI-LUBE 100 (minerale olie) en SUPER-LUBE 100 (synthe-
tische olie). (zie ook olietype plaatje (M)).
Bij hoge thermische belasting van de olie (omgeving- en/of aanzuigtemperatuur boven 30°C, slechte
koeling, werken bij 60 Hz enz) kan de verversing interval met de door ons aanbevolen synthetische olie
verlengd worden.
De afgewerkte olie dient overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften te worden
afgevoerd.
Bij wisseling van een oliesoort het oliecarter en olie-
koeler volledig legen.
3. Olieafscheiding (figuur
,
Sterk vervuilde olienevelfilterpatronen leiden tot
verhoogde pomptemperaturen en kan in het meest
extreme geval tot zelfontbranding van de olie leiden.
De olienevelfilterpatronen (VC 50 / 75 ➝ 3x, VC 100 /
150 ➝ 4x) kunnen na langere tijd door vuildeeltjes in de
aangezogen lucht verontreinigd worden. (stroomopname
en de pomptemperatuur stijgt). De adviseren daarom elke
2000 draaiuren, of bij een filterweerstand van 0,7 bar (zie
manometer (Y) optioneel) de olienevelfilterpatronen (L) te
vervangen, daar een reiniging niet mogelijk is.
Vervanging: De olienevelfilterpatronen (L) met een ring-
sleutel (sleutelwijdte 19 resp.
3
/
") linksom losdraaien. Nieuwe
4
olienevelfilterparonen met het open slotmodel (zie figuur
bij de peil ▼ naar binnen schuiven en rechtsom fixeren (tot
aanslag).
Het licht insmeren met olie vergemakkelijkt de montage.
) verwijderen en inlaatflens (D) na het losdraaien van de schroeven (s
1
en
):
) en zeeffilters (f
)
4
,
en
)
)
f
2
s
G
1
open
) losnemen.
2
U
s
D
2
h
f
1
3
f
f
4
4
L
gesloten
g
1

Publicité

loading