20. Controleer uw toestel op beschadigingen
- Voordat u het gereedschap verder gebruikt dient u de
veiligheidsinrichtingen of licht beschadigde onderde-
len zorgvuldig op hun behoorlijke en reglementaire
werkwijze te controleren.
- Controleer of de bewegelijke onderdelen naar beho-
ren functioneren en niet klem zitten alsook of onder-
delen beschadigd zijn. Alle onderdelen moeten naar
behoren gemonteerd zijn om de veiligheid van de
machine te verzekeren.
- Beschadigde veiligheidsinrichtingen en onderdelen
dienen deskundig door een erkende vakwerkplaats
te worden hersteld of vervangen tenzij in de handlei-
dingen anders vermeld.
- Beschadigde schakelaars dienen door een klanten-
dienst-werkplaats te worden vervangen.
- Gebruik geen defecte of beschadigde aansluitkabels.
- Gebruik geen gereedschappen waarvan de schake-
laar niet kan worden in- of uitgeschakeld.
21. Let op!
- Bij gebruik van andere inzetstukken en andere acces-
soires bestaat gevaar voor persoonlijk letsel.
22. Laat de machine repareren door een erkend
elektricien
- Dit elektrisch gereedschap beantwoordt aan de des-
betreffende veiligheidsbepalingen. Herstellingen mo-
gen enkel door een elektrovakman worden verricht,
anders kunnen zich ongelukken voor de gebruiker
voordoen.
Waarschuwing!
Dit elektrisch apparaat genereert een elektromagnetisch veld
als het is ingeschakeld. Dit veld kan onder bepaalde om-
standigheden interfereren met actieve of passieve medische
implantaten. Om het risico op ernstig of dodelijk letsel te be-
perken, raden we personen met medische implantaten aan
om hun arts en de fabrikant van het medische implantaat te
raadplegen voordat de machine wordt gebruikt.
Veiligheidsvoorschriften voor de draaibank
• Zorg dat u bekend bent met de eigenschappen van de ma-
chine en de draaibank voordat u de machine in gebruik
neemt.
• Controleer alle werkstukken op scheuren of takken. Lijmver-
bindingen moeten voor het keren volledig zijn uitgehard.
• Controleer of het werkstuk goed vergrendeld is en alle op-
zetstukken zijn geborgd.
• Voor het inschakelen van de machine moet u waarborgen
dat het werkstuk door het handmatig draaien vrij kan draai-
en.
• Houd uw handen en vingers buiten het bereik van het rote-
rende werkstuk.
• Schakel de machine uit en wacht tot deze tot stilstand is
gekomen, voordat u instellingen aan het werkstuk, de losse
kop of de werkstukoplage uitvoert.
• Onderhoud, instelling, kalibratie en reiniging mogen uitslui-
tend worden uitgevoerd als de motor is uitgeschakeld.
• De machine is uitsluitend bestemd voor het gebruik met
draaibankbeitels.
• Bewaar de draaibankbeitel altijd veilig op, voordat u uw
werkplek verlaat.
• Gebruik de houtdraaibank niet zonder afdekkingen en vei-
ligheidsvoorzieningen.
• Snijgereedschap scherp houden.
• Gebruik de laagste snelheid als u een nieuw werkstuk wilt
starten.
• Stop de houtdraaibank altijd met de langzaamste snelheid.
Als de houtdraaibank zo snel draait, dat deze trilt, bestaat
het gevaar dat het werkstuk wordt weggeslingerd of dat het
snijgereedschap uit de handen wordt gerukt.
• Laat het snijgereedschap niet in het werkstuk vastklemmen.
Het hout kan hierdoor splijten of van de draaibank worden
weggeslingerd.
• Positioneer de gereedschapssteun altijd boven de midden-
lijn van de houtdraaibank, als u een werkstuk vormt.
• Voordat u een werkstuk op de frontplaat wilt bevestigen,
moet deze altijd zo grof mogelijk zijn uitgewerkt, om deze
zo rond mogelijk te maken. Hierdoor worden de trillingen
tijdens het draaien van het werkstuk tot een minimum be-
perkt. Bevestig het werkstuk altijd goed op de frontplaat.
Anders kan het werkstuk door de houtdraaibank worden
weggeslingerd.
• Gebruik een borstel of perslucht om houtspaanders te ver-
wijderd; nooit uw handen. De spaanders kunnen scherp
zijn.
• Het snijgereedschap moet altijd goed in de spanvoering
zijn geplaatst en dusdanig zijn ingesteld dat het uitsteken
wordt beperkt. Dit reduceert de mogelijkheid dat het ge-
reedschap breekt of wordt verbogen.
• Tijdens het gebruik mag er niet over de houtdraaibank wor-
den gelopen.
• Werkstuk uitsluitend tegen de draairichting in, in het snijge-
reedschap brengen. Het werkstuk moet naar u toe draaien.
• Laat het apparaat niet zonder toezicht als deze op een
stopcontact is aangesloten, schakel het apparaat uit en
haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat
achter laat.
• Dit product is geen speelgoed. Buiten het bereik van kinde-
ren bewaren.
• Enig stof, dat tijdens het slijpen, zagen, schuren, boren en
andere werkzaamheden ontstaan, bevatten chemicaliën,
waarvan bekend is dat deze kanker, geboorteafwijkingen
of andere voortplantingsrisico's kan veroorzaken. Enige
voorbeelden van deze chemicaliën zijn:
- Lood uit ijzermenie
- Kristallijn kiezelzuur van tegels en cement of andere
metselwerken
- Arseen en chroom uit chemisch behandeld hou
• Afhankelijk van hoe u deze werkzaamheden verricht, vari-
eert het risico. Om uw blootstelling aan deze chemicaliën
te beperken: Werk uitsluitend in goed geventileerde ruimtes
en werk met de toegestane veiligheidsvoorzieningen, zoals
bijv. stofmaskers, die speciaal ontwikkeld zijn om microsco-
pisch kleine deeltjes weg te filteren.
• Personen met pacemakers moeten voor gebruik eerst
een arts raadplegen. Elektromagnetische velden na-
bij de pacemaker kunnen storingen in de pacema-
ker veroorzaken of zorgen dat de pacemaker uitvalt.
Bovendien moeten personen met een pacemaker:
- Vermijden om alleen te werken.
NL/BE
37