zichtbaar is, kan de meetwaarde met de HOLD-knop worden
vastgehouden.
5.
DC-spanning: met omgekeerde polariteit een minteken (-) op het display
getoond.
Meting gelijkstroom
1.
Zet de draaiknop op de A
2.
Sluit de bananenstekker van de zwarte testkabel aan op de COM-bus en
de bananenstekker van de rode testkabel op de V-, Ω-, mA-bus.
3.
Voor stroommetingen tot 10 A zet u de draaiknop op de gele µA-positie
en sluit u de bananenstekker van de rode testkabel aan op de 10 A-bus.
4.
Schakel de stroom voor het te testen schakelcircuit uit en open het
schakelcircuit op het punt waarop u de stroomsterkte wilt meten.
5.
Raak met de zwarte testpunt de negatieve kant en met de rode testpunt
de positieve kant van het schakelcircuit aan.
6.
Als de weergegeven waarde stabiliseert, leest u het display af. Bij
omgekeerde polariteit wordt er op het display een minteken (-) voor de
waarde getoond.
Weerstandsmeting
Opgelet: Voor het vermijden van elektrische schokken schakelt u de
stroom van het te testen toestel uit en ontlaadt u alle condensatoren,
voordat u weerstandsmetingen uitvoert.
1. Zet de draaiknop op de - Positie
2. Sluit de bananenstekker van de zwarte testkabel aan op de COM-bus en
de bananenstekker van de rode testkabel op de V-, Ω-, mA-bus.
3. Raak het schakelcircuit of het te testen deel aan met de testpunten. Het
beste koppelt u de spanningsvoorziening van het te testen deel los, zodat
de rest van het schakelcircuit geen storingen bij de weerstandsmeting
veroorzaakt.
-Positie
DC
NL 12