De externe sensor zendt na het plaatsen van de batterijen automatisch het temperatuursignaal naar het basisstation.
Als het ontvangen van de uitzending van de externe sensor door het basisstation is mislukt (weergave "- -.-" op het lcd-scherm), houd dan toets
B4
gedurende 3 seconden ingedrukt om de uitzending handmatig te ontvangen. Het RF-pictogram knippert op het lcd-scherm om aan te
geven dat het basisstation het signaal van de externe sensor ontvangt.
Maximum-/minimumtemperatuur
Het weerstation legt waarden voor de maximum- en minimumtemperatuur vast.
Druk eenmaal op toets B1
om de minimumwaarde van de temperatuur met het symbool MIN weer te geven.
Houd de toets de MEM gedurende 3 seconden ingedrukt om de waarden voor MIN/MAX te herstellen naar de huidige temperatuur.
De waarden voor MIN/MAX worden dagelijks om 0.00 uur automatisch hersteld.
Opmerking:
Als de temperatuuruitlezing tot onder het bereik zakt, wordt er LL.L weergegeven. Als de temperatuuruitlezing tot boven het bereik stijgt, wordt
er HH.H weergegeven.
IJswaarschuwing
Het symbool voor ijswaarschuwing
bevindt.
Weersvoorspellingfunctie
De weersvoorspelling wordt berekend door de schommelingen in barometrische druk te evalueren en kan afwijken van de daadwerke lijke
weersomstandigheden.
De weersymbolen geven de evolutie van het weer over de volgende 8 uren aan, en niet het huidige weer.
Het weerstation toont de volgende weersymbooltjes:
om de maximumwaarde van de temperatuur met symbool MAX weer te geven. Druk nogmaals op toets B1
verschijnt en knippert als de buitentemperatuur zich tussen -1,0 en +2,9°C of +30,2°F en +37,3°F
NL5