5.0 Onderhoud
5.1 Algemeen
Het onderhoud van het toestel moet minstens eenmaal per jaar geschieden, zo nodig vaker. Vraag
eventueel een gekwalificeerd installateur om onderhoudsadvies. Bij het verrichten van onderhoud
dient het toestel voor langere tijd buitenbedrijf gesteld zijn. Zorg voor naleving van alle
veiligheidsvoorschriften.
5.2 Reiniging
Elk gasgestookt toestel verdient periodiek onderhoud. Dit onderhoud dient uitgevoerd te worden
door gekwalificeerde onderhoudsmonteurs.
– Alvorens met onderhoud te beginnen dient men de gastoevoer en de elektrische aansluiting af
te sluiten. Zie ook § 4.7
– Controleer alle pakkingen en vervang deze indien nodig.
– In het elektrisch compartiment, aan de zijkant van het toestel, bevindt zich tevens het gasvoerend
deel. Het gasvoerend deel kan als één geheel uit het toestel genomen worden. Hiertoe moeten zes
moeren M6 en de electrische bekabeling worden verwijderd .
– Door het uitnemen van het gasvoerend deel krijgt men toegang tot de brander en de ontstekings-/
ionisatie-elektrode. Het is aan te bevelen om de ontstekings-/ionisatie-elektrode jaarlijks tijdens
regulier onderhoud te vervangen.
– Controleer het branderdek op onregelmatigheden. Nooit een staalborstel gebruiken!
– De gasmixer reinigen met een zachte borstel. Let er op dat er geen stof in de brander en in de
gasaanzuigbuis terecht komt. Monteer het gasvoerend deel en sluit gas en elektra weer aan. [27]
– In de bodemplaat van de rookgasverzamelkast bevindt zich de condensafvoerstomp. Het is
noodzakelijk deze opening en de sifon regelmatig te controleren op verontreiniging.
– In de rookgasverzamelkast van de GS+ 135/150 bevindt zich een waterniveausensor. Deze schakelt
het toestel uit indien de condensleiding of de sifon verstopt raakt en er zodoende ontoelaatbaar
veel water in de rookgasverzamelkast komt te staan.
– Indien een G+ met centrifugaal ventilator is voorzien van filters, dan neemt ten gevolge van
vervuiling de weerstand over de filters toe. Deze weerstand mag de op de typeplaat vermelde
waarde niet overschrijden. De filters mogen alleen vervangen worden door filters met dezelfde
klasse. Meer informatie over de filterset(s) zie de sticker aan de filterbehuizing.
– Ventilatorwiel(en) en snaarspanning controleren, wiel(en) zo nodig reiningen.
– Bij toepassing van een condensaatpomp (3100585) voorzien van condensaat neutralisatie set
(3100586) dient u het patroon jaarlijks te vervangen.
NL
73